Bestaat er iets als ‘de vrije wil’? We nemen het als vanzelfsprekend aan, maar filosofen, psychologen en neurowetenschappers debatteren er al decennia, zo niet eeuwen, over. In zijn recente doctoraat aan de Vrije Universiteit Brussel (The Free Will Discussion: an Interdisciplinary Analysis from the Psychological, Neuroscientific and Neurophilosophical Perspective) gaat Eric Kerckhofs dieper in op deze fundamentele vraag. Hij kiest daarbij voor een ongewoon brede aanpak, en combineert inzichten uit psychologie, neurowetenschappen en filosofie.

“Het debat over vrije wil raakt aan ons mensbeeld Ă©n aan maatschappelijke kwesties, zoals verantwoordelijkheid en schuld”, legt Kerckhofs uit. “Toch ontbreekt er vaak samenhang tussen de verschillende disciplines die het onderwerp bestuderen. Mijn doel was om die perspectieven met elkaar in gesprek te brengen.”

In zijn onderzoek behandelt hij zes kernvragen. Zo bespreekt hij wat vrije wil eigenlijk betekent, en komt tot drie fundamentele criteria: we moeten kunnen kiezen, zelf controle hebben over onze acties, en handelen omwille van redenen. Een belangrijk moment in het debat over de vrije wil kwam er in de jaren 80 met het beroemde Libet-experiment. Neurowetenschapper Benjamin Libet vroeg proefpersonen om op een willekeurig moment hun vinger te bewegen, terwijl hij tegelijk hun hersenactiviteit en hun bewuste intentie om te bewegen registreerde. Wat bleek? In de hersenen werd al een paar honderd milliseconden vóór de persoon zich bewust was van zijn intentie een elektrische voorbereiding tot actie gemeten, de zogenaamde readiness potential. Dat leek erop te wijzen dat het brein al beslist vóórdat wij zelf dat bewust beseffen.

“Die bevinding werd al snel geïnterpreteerd als het bewijs dat de vrije wil een illusie is,” zegt Kerckhofs. “Maar dat is een te korte bocht. De taak in het experiment is kunstmatig en beperkt, ze zegt weinig over de complexe beslissingen die we in het dagelijks leven nemen. Bovendien hebben latere studies methodologische tekortkomingen aangetoond.”

Volgens Kerckhofs tonen Libet’s experimenten vooral iets over spontane handbewegingen, maar niet over weloverwogen keuzes. Zijn conclusie is helder: het Libet-experiment ondermijnt de vrije wil niet, maar het toont wel aan dat onbewuste processen een grotere rol spelen dan we vaak denken. “Libet’s conclusie dat hersenactiviteit een beslissing voorafgaat, wordt vaak fout geïnterpreteerd”, vindt Kerckhofs. “De experimenten tonen vooral dat er voorbereiding is in het brein, maar niet dat bewuste wil geen rol speelt.”

Een ander heikel punt is het idee van determinisme: de gedachte dat alles in het universum vooraf vastligt. “Sommige filosofen beweren dat determinisme vrije wil onmogelijk maakt,” zegt Kerckhofs, “maar moderne natuurkunde toont aan dat de werkelijkheid veel complexer is, met ruimte voor onvoorspelbaarheid en meerdere mogelijke uitkomsten.” Binnen die complexiteit ziet hij een opening voor menselijke keuzevrijheid.

Hij bekijkt ook de rol van het ‘zelf’ in ons handelen. Volgens Kerckhofs is dat geen vast punt in het brein, maar eerder een gelaagd, dynamisch construct. Verschillende zelfmodellen, van het ‘narratieve zelf’ tot het ‘fenomenale zelf’, helpen verklaren hoe we controle ervaren over ons gedrag. “Ziekten zoals schizofrenie of het anarchisch-hand-syndroom tonen wat er gebeurt als dat gevoel van controle wegvalt”, zegt hij.

Wilskracht komt daarbij nadrukkelijk aan bod. Net zoals een spier kan die uitgeput raken, maar ook getraind worden. “Zelfcontrole, de capaciteit om impulsen te onderdrukken en doelen na te streven, speelt een cruciale rol bij het uitoefenen van vrije wil,” aldus Kerckhofs.

In zijn conclusies stelt hij dat vrije wil geen absoluut gegeven is, maar een gradueel fenomeen. “We hebben geen totale of onbeperkte vrije wil. Maar dat betekent niet dat die niet bestaat.” Kerckhofs pleit ervoor om het begrip ‘persoonlijke autonomie’ te gebruiken in plaats van de vaak beladen term ‘vrije wil’. En hij sluit af met enkele uitdagende vragen: kunnen groepen mensen een gezamenlijke vrije wil hebben? En zullen we ooit een robot kunnen bouwen met vrije wil?

Kerckhofs' werk draagt bij aan een groeiende beweging binnen de neurofilosofie om complexe begrippen als intentie, keuze en bewustzijn op een meer gelaagde, interdisciplinaire manier te begrijpen. Met zijn doctoraatsverhandeling zet Kerckhofs de deur open naar een genuanceerder, menselijker beeld van de vrije wil – niet als illusie, maar als een kwetsbare, maar reĂ«le capaciteit die we kunnen begrijpen, trainen en beschermen.