Nieuwe applicatie TICKLE stimuleert risicojongeren tot leren
De huidige generatie jongeren, de Digital Natives, gebruikt ICT niet alleen om zich te amuseren, maar ook om op een informele buitenschoolse manier bij te leren over bijvoorbeeld politiek en cultuur. Dat spontane informele leren vanuit persoonlijke interesses heeft nood aan begeleiding en omkadering met een digitale leeromgeving. Een dergelijke omkadering biedt kansen voor het interesseren en motiveren van jongeren met het risico op schooluitval. Daarom ontwikkelde Jan Maushagen, voor het behalen van de graad Doctor in de Wetenschappen aan de VUB en onder begeleiding van promotoren prof. dr. Olga De Troyer en prof. Dr. Beat Signer, een kader voor dergelijke leeromgevingen: het Mobile Playful Learning Environment (MPLE) model. Dit kader werd getest met de mobiele applicatie TICKLE. Met deze digitale speelse leeromgeving worden jongeren die risico lopen op schooluitval al spelenderwijs aangezet tot leren. “Evaluaties met deze jongeren in verschillende contexten en met verschillende doeleinden laten veelbelovende resultaten zien”, klinkt het alvast bij Jan Maushagen.
Leren gebeurt het meest in een klaslokaal, waarbij een leerkracht persoonlijke instructies en feedback geeft. Maar ook informeel leren, waarbij we op een zelfstandige manier bijleren over zaken die ons interesseren, wint aan belang. En dat is belangrijk voor jongeren die het onderwijssysteem vroegtijdig dreigen de rug toe te keren. Zij kunnen op die manier geactiveerd worden om verder te leren. Echter bij onafhankelijk en informeel leren ontbreekt vaak een duidelijk begeleidingskader. “Net zoals bij schools leren gebruik wordt gemaakt van leermanagementsystemen, heeft informeel leren baat bij een digitale leeromgeving. Die leeromgeving biedt dan begeleiding bij het verkennen van interesses, zodat die effectief benut worden voor persoonlijke, professionele of educatieve doeleinden”, licht Jan Maushagen toe.
Voor zijn onderzoek ontwikkelde Maushagen het Mobile Playful Learning Environment (MPLE) model. Dit nieuwe model vertrekt van de mobiele context van de jongere en werkt met leeropdrachten gebaseerd op het principe van micro-learning. Het model is bovendien sterk visueel en stimuleert de gebruiker bijvoorbeeld met gamification (bv. punten en badges verzamelen) om actief te zijn en te blijven op het leerplatform. De rode draad doorheen het model is speelsheid, waarbij de gebruiker al spelenderwijs ontdekt en leert. Zo worden jongeren met risico op schooluitval uitgedaagd en gestimuleerd om het onderwijstraject verder te zetten.
Digitale leeromgeving tegen schooluitval
Voor het testen van het model werd een nieuwe app, TICKLE, ontwikkeld. Die mobiele speelse leeromgeving focust vooral op jongeren die risico lopen op schoolmoeheid en bijgevolg schooluitval. De test werd uitgevoerd bij jongeren van drie organisaties in Vlaanderen en Brussel. Het Brusselse initiatief Try-Out gebruikte de app voor een stadsspel voor kwetsbare jongeren. Vlaamse Dienst Speelpleinwerk vzw gebruikte TICKLE voor het stimuleren van de creativiteit en de samenwerking tussen animatoren van de speelpleinwerking en voor een straatspel bij de opening van het nieuwe werkjaar. Tot slot kaderde Centra voor Alcohol- en andere Drugproblemen Limburg vzw de activiteiten van hun rebootkamp met de app en liet het de deelnemers – spelverslaafde jongeren – reflecteren over die activiteiten. “De eerste resultaten zijn veelbelovend. We kregen zeer positieve reacties van de deelnemers en waardevolle suggesties voor het optimaliseren van de applicatie. Daarmee gaan we nu verder aan de slag”,aldus Maushagen.
Niet enkel voor buitenschools informeel leren
Het leerplatform en app werden in eerste instantie ontwikkeld voor reactivering van jongeren in de context van schooluitval en schoolmoeheid. Maar het onderzoek blijkt ook nuttig voor schoolse en andere trajecten aldus Jan Maushagen: “Gedurende de ontwikkeling bleek dat het leerplatform geschikt voor diverse activiteiten, zoals leren in een meer schoolse context of volwasseneneducatie. Platformen voor de marketing van fysieke winkels, locatie-gebaseerde platformen voor toerisme en een platform dat een inventaris van bepaalde organisaties of instellingen aanbiedt behoren ook tot de mogelijkheden.”