De voorbije coronamaanden waren, zacht uitgedrukt, nogal surreëel. Samen met mijn collega’s run ik als het ware de universiteit vanuit de huiskamer.

Deze column verscheen eerder op tijd.be. Auteur: Caroline Pauwels, rector van de VUB.

Opmerkelijk hoe op korte tijd je perceptie van wat mogelijk of onmogelijk is, kan veranderen. Toen we rond 10 maart beseften dat we de universiteit moesten sluiten, achtten we dat eerlijk gezegd onmogelijk. En ook niet wenselijk. Toen we een week later doorhadden dat we voor de rest van het semester aangewezen waren op telewerk en digitaal onderwijs, leek dat weerom onmogelijk. En evenmin wenselijk.

Toen een maand later duidelijk werd dat ook de examenzittijden grotendeels digitaal of op externe locaties zouden moeten plaatsvinden, leek dat andermaal onmogelijk. Maar telkens maakten we de omslag en pasten we ons allemaal - studenten, docenten en ondersteunend personeel - vrij snel aan de nieuwe situatie aan. Vorige week beslisten we het volgende academiejaar in een hybride vorm te starten. Deels op de campussen en elders in de stad, deels online. Wel in balans. Op het eerste gezicht lijkt ook dat onmogelijk en niet wenselijk.

We moeten hout vasthouden, maar die werkelijk brutale omslag naar de digitale modus is al bij al goed verlopen.

We moeten hout vasthouden, maar die werkelijk brutale omslag naar de digitale modus is al bij al goed verlopen. Ik ben onder de indruk van onze docenten en onderwijsondersteuners. De voorbije jaren hebben we vele uren vergaderd over nieuwe vormen van onderwijs in het digitale tijdperk. Het enthousiasme was beperkt. Nu maakte de hele universiteit die radicale omslag in een paar dagen tijd.

Tegenover telewerken bestond het grootste wantrouwen. Vandaag moeten we toegeven dat het best voordelen biedt. Al was de omslag ook hier brutaal. Als je telewerk moet combineren met de opvang en het onderwijs van kleine kinderen, was de voorbije periode loodzwaar. Als we ooit opnieuw in lockdown moeten gaan, hebben we daar zeker oplossingen voor nodig. Maar ik hoor ook van collega’s die anders uren pendelen hoeveel prettiger en evenwichtiger hun leven is geworden. Ook dat moeten we onthouden.

Ik heb gezien hoe mensen boven zichzelf kunnen uitstijgen en hoe we, als de urgentie groot is, inventief worden. Ik heb opmerkelijke vormen van solidariteit en van voluntarisme gezien. Het onmogelijke bleek mogelijk. Ik heb geleerd dat mensen die zich vroeger tijdens vergaderingen wat op de vlakte hielden makkelijker praten in een virtueel overleg en zo ook de besluitvorming beter maakten. Ik ben bijzonder onder de indruk van de studentenvertegenwoordigers die sinds het begin van de crisis deel uitmaken van het dagelijks bestuur waarmee we de universiteit door de coronacrisis proberen te loodsen. Ik denk niet dat ik op hun leeftijd al zoveel maturiteit had.

Ik heb de voorbije maanden vooral geleerd dat de muurtjes tussen wat ‘nu eenmaal zo is’ en ‘waarom niet?’ soms een behoorlijk eind kunnen opschuiven.

Niet alle keuzes die we de voorbije maanden maakten, waren de beste of de enig mogelijke. Absoluut niet. We hebben een onderzoek opgezet naar de ervaringen van docenten en studenten met de digitale leer- en examenvormen. Daar moeten we lessen uit trekken, en omgekeerd de goede dingen onthouden.

Ik heb de voorbije maanden vooral geleerd dat de muurtjes tussen wat ‘nu eenmaal zo is’ en ‘waarom niet?’ soms een behoorlijk eind kunnen opschuiven. Wat gisteren uitgesloten leek, kan morgen heel gewoon zijn. Uiteraard hebben die plotse ingrijpende veranderingen ook een schaduwkant. Daar moeten we alert voor blijven. Maar voor instellingen waarin veranderingen zich doorgaans in het tempo van de processie van Echternach voltrekken, is de afgelopen tijd een soort schoktherapie geweest. Veel van wat vanzelfsprekend was, is dat nu helemaal niet meer. Hoe noemde de oude Marx dat weer? ‘Al het vaststaande verdampt, al het heilige wordt ontwijd.’ Soms kijk ik terug op een voorbije week en heb dan zowel het gevoel dat ze voorbij is gevlogen als dat er in zeven dagen zoveel is gebeurd als normaal in een heel jaar.

Nee, saai waren de voorbije weken en maanden allerminst. Wel leerrijk. En levenslang leren, is dat niet waar we net op moesten inzetten?