Welke schrijvers moeten absoluut een biografie krijgen? Studenten van de tweede bacheloropleiding Nederlandse literatuur aan de VUB pleitten voor een biografie van Nederlandstalige auteurs die tussen 1850 en 1945 hun debuut maakten. Zij hielden hun pleidooi tijdens een colloquium over biografieën.

De Vrije Universiteit Brussel organiseerde op 30 maart samen met het Letterenhuis en Literatuur Vlaanderen een samenkomst van biografen, onderzoekers en schrijvers uit Nederland en Vlaanderen. Met het colloquium “De bronnen van de biograaf” wilden de organisatoren de aandacht vestigen op wat bronnen te bieden hebben voor biografen – en voor welke uitdagingen ze hen stellen.

VUB-prof Hans Vandevoorde sprak over niet ontsloten archieven en de brieven over en aan het lijdend voorwerp van een biografie, de auteur. In de woorden van Hans Vandevoorde kun je met brieven over de schrijver “een auteur als het ware zijdelings benaderen, bijvoorbeeld via brieven van familieleden.”  Volgens hem zijn het explosieve bronnen voor een biograaf.

Maar voordat een biograaf in de bronnen duikt, zal deze eerst moeten bepalen welke schrijver het onderwerp wordt van het onderzoek. Hans Vandevoorde legde het zijn studenten Nederlandse literatuur uit de tweede bachelor voor. Welke auteur die tussen 1850 en 1950 debuteerde verdient een biografie? “Mijn tweedejaarsstudenten blijken vooral te pleiten voor het herwaarderen van vrouwelijke schrijvers en jeugdauteurs.”

Tijdens het colloquium presenteerden de studenten in korte filmpjes hun keuze. Drie daarvan kun je hier vinden. Lisa Heyvaert bespreekt Katharina Leopold, die we nu nog kennen van sinterklaasliedjes als “Oh, kom er eens kijken.” Rosa Bezuijen legt uit waarom Anna Blaman, winnaar van de P.C. Hooft-prijs en stoere motorrijdster, hoognodig een biografie verdient. Emma Zeeuws haalt dichter, schrijver en activist Geert Pijnenburg - alias Geert Grub - uit de vergetelheid.

Lisa Heyvaert houdt een pleidooi voor Katharina Leopold. Zij is de schrijfster van sinterklaasliedjes als “Hij komt, hij komt”, die 120 jaar later nog steeds gezongen worden. Lisa Heyvaert: “Eigenlijk besteden we gewoon te weinig aandacht aan kinderliteratuur met de  beredenering dat de stijl te simpel is, vermoed ik. Nochtans apprecieer ik de stijl van Katharina Leopold enorm. Je vindt naast het gebruikelijk rijm ook heel mooie assonanties en alliteraties.” Ook prijst Lisa Heyvaert het ritme en de melodie van haar werk. Ze voert haar op als voorganger van kinderboekenschrijfster Annie M. G. Schmidt. En dat is niet een kleine aanbeveling.

Rosa Bezuijen is gegrepen door Anna Blaman. “Een vrouw op een motor in de jaren 1940 was nog extreem zeldzaam” De Nederlandse schrijfster die in 1956 de P.C. Hooftprijs kreeg was beïnvloed door het existialisme. “Eenzaamheid en verlangen staan centraal in haar werk. Het punt is juist dat echt contact met anderen een onbereikbaar ideaal blijft.” Haar meesterwerk Eenzaam avontuur werd geroemd door Simon Vestdijk, maar veroorzaakte ook verontwaardiging in reactionaire kringen vanwege homo-erotische passages. Rosa stelt dat een auteur van wie het werk zo’n hevige reactie van morele verontwaardiging en afkeuring opwekte, alleen al daarom het verdient gelezen te worden.

Emma Zeeuws haalt Geert Pijnenburg - alias Geert Grub – onder het stof vandaan. “Ondanks dat voor sommigen Grubs werk geen literaire hoogstandjes zijn, zijn ze toch het lezen en bestuderen waard. Zeker omwille van zijn vooruitstrevende ideeĂ«n.  Bovendien waren de essays over seksualiteit en ethiek baanbrekend en vernieuwend in hun tijd, zeker in katholiek Vlaanderen. Het is bewonderenswaardig dat Grub zich gedurende zijn hele leven heeft ingezet om van de wereld een betere plek te maken.”