Ze legt volgende week haar laatste Masterexamen Wijsbegeerte af, eind september neemt ze plaats in het Vlaams parlement. Amina Vandenheuvel (18 augustus 2001) wil als jonge politica vol voor een betere wereld gaan, en dat is iets wat ze aan de VUB meekreeg. “Ik ben sowieso heel blij dat ik de studie Filosofie heb kunnen doen. Het heeft me geleerd om met een open blik naar de wereld te kijken.”

Amina: “Op mijn 16de werd ik lid van RedFox, de jongerenbeweging van de PVDA en ik ben vooral actief geworden in de klimaatbeweging waar ik de protestmarsen mee organiseerde. Daar heb ik het engagement leren kennen. Er kwamen zoveel jongeren samen en het was impressionant om te zien dat zij er echt voor kunnen zorgen dat politici naar hen luisteren. Het inspireerde mij, de belangrijkste drijfveer om naar het parlement te gaan, is omdat ik te lang dacht dat er in de politiek geen plaats was voor jongeren zoals ik. Dat politici niet bezig zijn met de dingen waar jongeren van wakker liggen. In het parlement wordt ten slotte heel veel beslist over het leven en de toekomst van jongeren. Dan is het niet meer dan normaal dat ze daar ook iets over te zeggen hebben.”

“Vaak wordt tegen jongeren verteld dat ze de wereld zoals ze is, moeten accepteren en dat er niet te veel kan veranderen.”

Vind jij dat jongeren voldoende vertegenwoordigd worden in de politiek?

“Nee, en dat zie je ook wel aan het beleid dat gevoerd wordt. Sowieso zitten er te weinig jongeren in de politiek. In het algemeen wordt er ook niet zo veel naar hun mening gevraagd. Neem nu het nieuwe vervoersplan van De Lijn: daar zie je heel goed hoe een bevoegd minister, die zelf nooit de bus pakt, beslissingen neemt zonder naar de gebruikers van het openbaar vervoer te luisteren. Ik hoor van studenten aan de VUB dat ze soms niet naar een les kunnen komen, omdat ze twee uur onderweg zijn.”

Laten jongeren wel voldoende van zich horen? 

“Zeker wel. Ik ben voorzitter van RedFox in Antwerpen en werk elke week met jongeren. Ik merk dat zij van heel veel zaken wakker liggen, vooral als het gaat over hun toekomst. Kunnen ze nog een huis kopen, vinden ze straks nog wel een fatsoenlijke job? De politiek geeft daar vandaag heel weinig antwoorden op.”

Waar ga jij je op toeleggen?

“Ik heb natuurlijk als 22-jarige niet de ervaring om al met een specialisme uit te pakken. Wat ik vooral wil blijven doen, is met andere jongeren blijven spreken en hun stem naar het parlement brengen. Concreet wil ik me daar onder andere actief bezighouden met het openbaar vervoer, met Palestina, met kledingregels die op scholen wel maar op straat niet gelden.”

 

“De armoede van ons democratisch stelsel is dat je om de vijf jaar naar het stemhokje mag gaan, een bolletje mag kleuren en een week naar lalala mag luisteren.”

Spelen de VUB-waarden mee in jouw politieke keuze? 

“Ik ben sowieso heel blij dat ik de studie Filosofie heb kunnen doen. Het heeft me geleerd om met een open blik naar de wereld te kijken. Vaak wordt tegen jongeren verteld dat ze de wereld zoals ze is, moeten accepteren en dat er niet te veel kan veranderen. Wat ik tijdens mijn studie heb geleerd, is dat je niet zomaar alles moet accepteren en dat je moet durven opkomen voor een betere wereld. Dat je moet geloven dat er verandering mogelijk is.”

Zouden er nog meer filosofen in het parlement zitten? 

“Misschien zitten er te weinig (lacht). Wanneer ik vroeger naar het parlement keek, zag ik niemand zoals mezelf. Ik ben jong, van Marokkaanse afkomst en draag enthousiasme met me mee. Terwijl ik in het parlement vooral oudere, mannelijke, witte advocaten zag. Dat is jammer, want eigenlijk hoort het parlement een weerspiegeling van onze maatschappij te zijn. Waarom zitten daar geen filosofen, waarom geen arbeiders, waarom zo weinig jongeren en vrouwen?”

Waarom niet? 

“In denk dat het voor die mensen moeilijk is om in dat parlement te geraken. Er is ook veel twijfel: veel mensen stellen de representatie in vraag. Dat politici besluiten nemen die voor henzelf weinig impact hebben, maar wel voor de burger.”

Professor Caroline Buts maakt zich zorgen over het feit dat er zo weinig studenten gaan stemmen voor de Studentenraad van de VUB. Begrijp je dat?

“Absoluut, maar ik denk niet dat studenten niet bekommerd zijn over wat er op de VUB gebeurt. Kijk bijvoorbeeld naar de bezetting die daar plaatsvindt. Ze liggen best wel wakker van beslissingen die aan onze universiteit genomen worden. Maar ik ken zelf niet het antwoord op het feit dat er zo weinig gaan stemmen. Ik zat zelf ook niet in de Studentenraad, dat had vooral met mijn politiek activisme elders te maken.”             

Vlaams Parlement

Er waren 1,5 miljoen Belgen die ongeldig, blanco of op Blanco stemden. Zijn de mensen het geloof in de democratie aan het verliezen? 

“Ik denk van wel. De armoede van ons democratisch stelsel is dat je om de vijf jaar naar het stemhokje mag gaan, een bolletje mag kleuren en een week naar lalala mag luisteren. Op maandag na de verkiezingen kom je de politici niet meer tegen op de markt. Mensen krijgen daardoor het gevoel dat hun stem niet zo veel waard is geweest. Ik wil ook actief blijven en niet enkel in het parlement gaan zitten. Ik beweer niet dat er onder politici geen hardwerkende mensen zijn, maar voor het grote deel van de mensen verandert er gewoon te weinig. Het is misschien grappig dat ik als 22-jarige wakker lig over onze pensioenen maar het is wel frappant dat onze politici ervoor gekozen hebben dat we tot 67 jaar moeten werken, terwijl ik Maggie De Block hoor verkondigen dat ze op haar 62ste op pensioen gaat, omdat ze meer tijd wil doorbrengen met haar kleinkinderen. Dat is voor veel mensen een slag in het gezicht en het draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van de politiek.”

Wat blijft je bij van jouw studententijd? 

“De goesting om bezig te blijven met onze wereld en die te willen veranderen. Dat is iets wat ik aan de VUB heb geleerd: je moet ervoor gaan. Daarvoor hoef je niet in de politiek te gaan: heel veel VUB-studenten tonen hun engagement voor een betere wereld.