Dit opiniestuk verscheen eerder op demorgen.be (+)
 
Wie de brandstichting in Bilzen toejuicht, moet zich schamen. Die brand verschroeit de ziel van dit land, maar bevestigt wat we al lang wisten: steeds meer mensen hebben het moeilijk met asiel, steeds minder mensen willen een asielcentrum in hun buurt. Hoogstwaarschijnlijk zijn er in dit land nog maar weinig buurten die zo'n centrum verwelkomen. De inplanting ervan is daarom een taak van de overheid. Die kan proberen objectieve criteria te ontwikkelen en wat handige communicatiejongens in te schakelen, maar het gaat nu eenmaal om een van die beslissingen waarvoor een overheid voldoende vertrouwen en gezag moet hebben om te zeggen: 'Kijk mensen, hier komt dat centrum. Punt.'
Dat vertrouwen en dat gezag ontbreken. Men vraagt een inspanning van de mensen, zonder duidelijk te maken wat de overheid doet. Als de burger op asiel wordt aangesproken, is het vermanend, verwijtend, moraliserend... Christus was ook een migrant uit Sub-Sahara-Afrika. Je kunt op dergelijke onzin bezwaarlijk redelijke reacties verwachten. De brand zou ook geen gelegenheid mogen zijn om politieke rekeningen te vereffenen en nog eens snel naar nazi-Duitsland te verwijzen. Komaan. Het is een dringende reden voor degelijk beleid.
 
Moeilijke zaak
Asiel is een moeilijke zaak. Men kan het zoeken van bescherming nu eenmaal niet volkomen scheiden van het streven naar een beter leven. Ook mensen die voldoen aan de voorwaarden voor asiel kunnen tegelijk op zoek zijn naar een comfortabeler bestaan en betere scholen voor hun kinderen. Daarom blijven ze niet in de landen waarnaar ze gevlucht zijn, ook al zijn ze daar veilig. Zij blijven zelfs niet in Griekenland, Italië of Spanje, maar reizen zo snel mogelijk door naar het Noorden, waar de sociale voorzieningen beter zijn.

Wie de brandstichting in Bilzen toejuicht, moet zich schamen. Die brand verschroeit de ziel van dit land, maar bevestigt wat we al lang wisten: steeds meer mensen hebben het moeilijk met asiel.


Naast die mensen zijn er de vele andere die in geen geval in aanmerking komen voor asiel, maar wel illegaal het land binnenkomen en asiel vragen, in de hoop zich in een welvaartsstaat te vestigen. Dat stelt de overheid voor problemen. Het behandelen van de aanvragen van mensen die wel in aanmerking komen voor bescherming loopt vertraging op. Omdat de mogelijkheden om asielzoekers in gesloten opvangcentra te houden beperkt zijn, verdwijnen velen in de illegaliteit.
 
Het is ook moeilijk te beslissen wie recht heeft op asiel en wie niet. Zo zie je dat gelijkaardige aanvragen in sommige landen (bijvoorbeeld Bulgarije, Denemarken, Hongarije, Nederland) relatief zelden, in andere (Italië, Frankrijk, Griekenland, België) relatief veel worden ingewilligd. De mate waarin dat gebeurt, verandert ook abrupt. Voor Irakezen ging in België het percentage goedgekeurde asielaanvragen van 69 procent in 2015 naar 40 procent in 2017. Het is onwaarschijnlijk dat een dergelijke verandering kan worden verklaard op basis van de persoonlijke kenmerken van de asielzoekers.
 
Als asiel wordt geweigerd, kan de asielzoeker nog naar de rechter stappen om die beslissing ongedaan te maken. Valt hij op een Franstalige rechter, dan krijgt hij in 51 procent van de gevallen gelijk. Is de rechter Nederlandstalig in 11 procent van de gevallen (DM 6/3/19).


Asiel is een moeilijke zaak. Men kan het zoeken van bescherming nu eenmaal niet volkomen scheiden van het streven naar een beter leven.


Mochten de mensen in Grote-Spouwen beweren dat men hen niet vraagt om vluchtelingen op te vangen, maar inschakelt in een cynische loterij, zij zouden niet geheel ongelijk hebben. Van de mensen die uiteindelijk geen asiel krijgen, gaat, tegen de afspraken in, minder dan de helft vrijwillig of gedwongen terug.
 
Eeuwenoude traditie
Kortom, men vraagt de mensen om mee te werken aan iets wat niet werkt, niet doeltreffend is, niet eerlijk is, niet volgens afspraak verloopt, waarover ze onvoldoende worden ingelicht, waarover zelfs moedwillig verwarring wordt gezaaid, zodat velen geen verschil zien tussen een vluchteling en een zogeheten transitmigrant.
 
Laat de komende federale regering het eensgezind anders aanpakken. De mensen respectvol overtuigen dat de inspanning die van hen wordt gevraagd één onderdeel is van een aanpak die de mooie, eeuwenoude traditie van het asiel in stand wil houden.
 
Die regering moet zelf ook een inspanning leveren. Zich ertoe verbinden ernstig en doortastend te streven naar nul illegale immigratie, nul transitmigranten, een snelle en eerlijke behandeling van asiel, naar 70 à 80 procent vrijwillige en gedwongen terugkeer. Laat haar ook meteen beloven voeling te houden met de mensen. Anders dan onze huidige regering in absoluut niet-lopende zaken, waarvan de premier 24 uur na het voorval nog niets had opgevangen van een brand in Grote-Spouwen. "Désolée."