Aline Antoine is als verpleegkundige verbonden aan VUB-Dilemma, het enige Nederlandstalige universitaire abortuscentrum in België. Ze doet het vooral omdat ze sociaal-maatschappelijk geëngageerd is. Dat blijkt ook uit haar tweede halftijdse job, één die ze uitoefent bij het team Well-being van de dienst Mens en Organisatie (M&O).

Een op vier zwangerschappen is ongepland. Is er op dat vlak wel voldoende kennis over anticonceptie?

Aline: “Het is niet omdat een zwangerschap ongepland is dat deze niet gewenst kan zijn. Een vrouw is ook gemiddeld 35 jaar vruchtbaar. Het vergt dan ook een grote inspanning en ook een beetje geluk om in de loop van haar leven nooit ongepland zwanger te worden. Afgezien daarvan biedt geen enkele anticonceptie 100% zekerheid, dus ongeplande zwangerschappen zullen we nooit kunnen vermijden. Vrouwen voelen zich hier vaak ten onrechte schuldig over, alsof ze gefaald zouden hebben. Het is zo dat bepaalde groepen er inderdaad onvoldoende kennis over bezitten, maar het grootste probleem is vooral de toegang tot anticonceptie. Denk maar aan mensen die het financieel moeilijk hebben, vluchtelingen, mensen die geen mutualiteit hebben, mensen die de taal niet machtig zijn …”

Zijn er nog taboes rond abortus?

“Abortus is niet uitzonderlijk, in België ondergaat een op vijf vrouwen in de loop van haar leven een abortus. Onderzoek toont aan dat een abortus geen invloed heeft op het mentaal welzijn van de vrouw, een kleine minderheid heeft achteraf problemen om de ervaring een plaats te geven. De betrouwbaarste voorspeller van de geestelijke gezondheid na een abortus is de geestelijke gezondheid vóór de abortus. Het neemt niet weg dat een abortus voor bijna niemand een makkelijke keuze is, niemand vindt het leuk om dit te moeten beslissen en te ondergaan. Daarom moet je emoties toelaten, ook verdriet mag er zijn: abortus is ook een beetje rouwen. Goede zorg, goede ondersteuning en ook een goed sociaal netwerk is heel belangrijk.”

 

"Het vergt een grote inspanning en een beetje geluk om in de loop van het leven nooit ongepland zwanger te worden."

 

“Het is ook niet alleen een vrouwenzaak. Mannen hebben ook een rol bij abortus: ze komen regelmatig mee op gesprek en steunen hun partner tijdens de ingreep. Je moet trouwens met twee zijn om zwanger te worden. Soms krijgen we ook wel eens de reactie van een partner: ‘ze is weer haar pil vergeten’. Dan richt ik mij vriendelijk naar de man en zeg hem dat als ‘ze’ niet zwanger had willen zijn, u dan best een condoom had aangedaan. Dan wordt het meestal stil. Sommige vrouwen gaan hier ook alleen door. Dan toetsen we altijd af hoe het zit met haar sociaal netwerk, haar ouders en vrienden. We vragen of er iemand is waar ze terecht kan, of er mensen in de omgeving zijn die haar kunnen steunen.”

Hoe vooruitstrevend is onze abortuswet?

“Sinds de abortuswet van 1990 is er maar weinig vooruitgang geboekt in de strijd om baas in eigen buik te zijn. De overwinning van 2018, waarbij abortus na al die jaren (grotendeels) uit het strafrecht werd gehaald en zo een verworven recht wordt in plaats van een gedoogd misdrijf, is eerder van symbolisch belang. Inhoudelijk verandert er namelijk weinig. Het mag en moet allemaal vooruitstrevender. Ik denk maar aan het schrappen of het inkorten van de zes dagen wachttijd en het verlengen van de termijn van 12 weken. Rond dit thema kunnen we binnen de VUB zeker op steun rekenen.”

Op de dag van het interview stelt het wetenschappelijk comité dat door het federaal parlement werd aangesteld om de Belgische wetgeving te evalueren, voor om de termijn te verlengen tot minstens 18 weken, als de vrouw daarom vraagt. Het comité beveelt ook nog aan om de wettelijke wachttijd van zes dagen te schrappen in de wet, net als het verplichte informeren over de mogelijkheid tot adoptie of andere opvangmogelijkheden. De verplichte informatie over anticonceptie zou best gehandhaafd blijven. Het wetenschappelijk comité werd samengesteld door de zeven universiteiten van het land die artsen opleiden. Eén van de artsen van Dilemma, Dr. Anne Verougstraete, heeft hieraan meegewerkt.

Is het een zware job?

“Ik denk dat werken op kinderoncologie zwaarder is. Ik had ooit de droom om pediatrische verpleegkundige te worden. Maar tijdens mijn stage op pediatrie kwam ik dagelijks huilend thuis, waarop mijn ouders vroegen of ik dit voor de rest van mijn leven wilde doen. Toen heb ik beslist om sociaal verpleegkundige te worden. Deze job geeft veel en ook snel voldoening. Op twee weken tijd is een volledig traject afgerond en de vrouwen zijn daarna dankbaar en opgelucht.”

Aline is sinds mei 2020 ook halftijds werkzaam binnen het team Well-being van de dienst M&O.

“We begeleiden en ondersteunen VUB-personeelsleden bij algemene vragen met betrekking tot welzijn op het werk. Ik houd me bezig met de intakegesprekken over het mentaal welzijn van de personeelsleden. Die gaan over o.a. stress, werkdruk, uitputting, mentale belasting en in sommige gevallen kan daar ook een doorverwijzing naar BRUCC bij komen. Maar mijn job gaat verder dan dat. Er is overleg met leidinggevenden die zich zorgen maken over het welzijn van een collega en ik volg collega’s op die langdurig afwezig zijn. Dan vraag ik niet: ’wanneer ga je weer aan de slag’ maar wel ‘hoe gaat het met je?’ en ‘hoe kunnen wij je eventueel helpen?’, een belangrijke nuance. Ook adviseer en ondersteun ik afwezige collega’s bij hun (progressieve) werkhervatting. Daarnaast werk ik mee aan projecten zoals bijvoorbeeld “de werkwijze m.b.t. re-integratie en afwezigheid.”

Zit je met bepaalde vragen rond abortus of well-being? Aarzel dan niet om contact te nemen met het team van DilemmaWell-being en BRUCC.