Bacteriën in onze darm spelen een belangrijke rol voor de werking van het lichaam. Een volwassen persoon heeft ongeveer 1 kg bacteriën in zijn darm, of honderd keer meer bacteriën dan eigen menselijke cellen. Het belang van bacteriën wordt steeds duidelijker. Wanneer een baby geboren wordt, is zijn darm steriel. Dat is het enige moment in het leven wanneer dat het geval is. De eerste bacteriën die in de darm terecht komen, sturen en stuwen het immuunsysteem voor de rest van ons leven. 70% van onze immuuncellen zitten namelijk in onze darm. Zonder bacteriën in de darm ontwikkelt het immuunsysteem simpelweg niet.
 
De eerste bacteriën in onze darm zijn dus cruciaal en beïnvloeden de risico’s op immunologische zieken (bv. diabetes en allergieën) én zelfs obesitas. Er zijn drie zaken die deze bacteriën sterk kunnen beïnvloeden.
 
1)   De manier waarop je geboren wordt (keizersnede of vaginaal)

Bij een vaginale bevalling krijgt een baby via het geboortekanaal een waaier aan bacteriën van zijn moeder naar binnen. Voorlopig is er nog geen andere manier gevonden om deze samenstelling van bacteriën door te geven aan een baby. In België bevalt 20% van de vrouwen via een keizersnede. Kinderen die via een keizersnede worden geboren lopen een groter risico (20% meer kans) op allergieën, astma, diabetes en obesitas.

 
2)   De voeding (borstvoeding of kunstvoeding)
In moedermelk zitten natuurlijke, goede bacteriën en specifieke stoffen die de juiste bacteriën doen floreren. Het zorg m.a.w. voor een goede darmflora. Moedermelk heeft een unieke samenstelling (bevat bv. immuunstoffen, heeft een lager eiwitgehalte,…) die niet nagemaakt kan worden via flessenvoeding. Borstvoeding kan gedurende 4 maanden de eerste bacteriën in de darm beïnvloeden.
 
3)   Het gebruik van antibiotica

Het is belangrijk dat kinderen voor bepaalde gevaarlijke infecties van bij de geboorte gevaccineerd worden. Toch trainen ook lichtere virale infecties het afweersysteem. Het is dus belangrijk om niet meteen voor elk kwaaltje naar antibiotica te grijpen.
 
“Het is belangrijk dat vrouwen het belang van een natuurlijke bevalling, borstvoeding geven en het beperken van antibiotica inzien. We moeten deze oproep echter met de nodige voorzichtigheid doen. Er zijn een aantal vrouwen waarbij een vaginale bevalling niet mogelijk is of waar borstvoeding geven niet lukt. We mogen naar hen toe niet stigmatiserend werken. Het is vooral belangrijk dat we vrouwen bewustmaken dat als de bevalling en voeding op een natuurlijke manier kan, dat ook de beste manier is”, zegt prof. dr. Yvan Vandenplas, algemeen diensthoofd van het Kinderziekenhuis van het UZ Brussel.