“Mijn ouders hebben me naar het Lutgardiscollege gestuurd in de hoop dat ik zo goed tweetalig zouworden. Maar dat loopt toch wat moeilijker dan verwacht: mijn punten voor Nederlands waren nietzo schitterend,” klinkt het wat bedeesd. GatienLerinckx (14) volgt in het Nederlandstalige college in Oudergem het derde jaareconomie-wiskunde. Vanhuize uit is hij Franstalig, maar met dat Nederlands vlotte het dus niet zo best. En dus besloten zijn ouders een hulplijn in te schakelen: Lisa De Wolf, laatstejaarsstudente aan de VUB, waar ze taal- en letterkunde studeert.
Hiervoor volgde ze ook al een lerarenopleiding, en het BRUTUS (Brusselse Tutoren voor Scholieren)-project vormde in haar ogen de perfecte aanvulling bij de academische kennis die ze de voorbije jaren al opdeed. “Ik heb nog nooit echt voor de klas gestaan, maar via dit BRUTUS-project doe ik natuurlijk wel al heel wat relevante ervaring op in het begeleiden van leerlingen. En heel eerlijk: ik vind dit bijzonder fijn en verrijkend. Ik doe dit nu al enkele jaren op deze school, en dat loopt ook allemaal heel gesmeerd. Eén semester lang begeleid je een welbepaalde leerling, telkens in sessies van twee uur per week. Soms gaat het om echt kansarme leerlingen uit het Brussels Nederlandstalige secundair onderwijs die zich anders geen extra begeleiding zouden kunnen veroorloven, vaak zijn het ook leerlingen die wat schoolmoe zijn en wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken.”

Voor mij persoonlijk is dit echt wel een bevestiging van mijn roeping.


BRUTUS mag dan in eerste instantie al een project zijn waarmee de Universitaire Associatie Brussel zelf de sociale kaart trekt in een typisch grootstedelijke context, ook voor de student-tutoren biedt het project een stevige toegevoegde waarde. Zij krijgen zo immers een unieke kans om hun pedagogische en sociale vaardigheden verder te ontwikkelen binnen een goed uitgebouwd kader. “Bij de toewijzing van de leerlingen wordt uiteraard in eerste instantie gekeken naar de richting die je als student zelf volgt. Het is nogal logisch dat ik pakweg geen leerlingen met een achterstand in wiskunde zou begeleiden,” geeft Lisa aan.
 
“Studenten die zich aanmelden voor dit project kunnen eerst ook een dag opleiding krijgen, waarbij hen geleerd wordt hoe ze zulke sessies didactisch nu het best aanpakken. De voorbije jaren heb ik zelf al leerlingen begeleid die het lastig hadden met Nederlands, Frans, Duits en Engels. Doorgaans gaat het dan om scholieren die een andere thuistaal hebben of om jongeren van allochtone afkomst. Ik zie mezelf nooit als een echte leerkracht, maar eerder als een coach die probeert in te spelen op de specifieke noden en vragen van elke leerling. Na elke les krijgt de vakleerkracht van de leerling in kwestie van mij ook een overzicht van wat we precies behandeld hebben, er is dus ook constant overleg met de school.”
 
(Lees verder onder de foto)

Leefwereld
Gatien moet alvast niet meer overtuigd worden van de toegevoegde waarde van de extra begeleiding: zakte hij in september nog glansrijk voor Nederlands, dan haalde hij met Kerstmis vlotjes 63 procent. In februari, wanneer het BRUTUS-project opnieuw van start gaat, wil hij graag bijgespijkerd worden in wiskunde. “Vooral het feit dat wij als jonge twintigers een pak dichter bij de leefwereld van de meeste Brusselse scholieren staan, lijkt mij toch wel een van de allergrootste troeven van dit systeem,” vindt Lisa. “Een aantal van onze studenten heeft daarnaast zelf ook een migratie-achtergrond of is ook opgegroeid in Brussel, waardoor je meestal toch meer voeling hebt met de leerlingen dan de door-snee leerkracht. Je moet er natuurlijk als student ook wel een beetje voor openstaan en ook bereid zijn om die enkele uurtjes 
per week hiervoor vrij te maken, maar je krijgt er ook wel wat voor terug. Zeker als je overweegt om later zelf ook in het onderwijs aan de slag te gaan, is dit een ideale leerschool. Voor mij persoonlijk is dit echt wel een bevestiging geweest van mijn roeping op dat vlak.”


Dat wij als jonge twintigers dicht bij de leefwereld van de meeste Brusselse scholieren staan, lijkt me een van de grootste troeven van dit systeem.


Dat het Brutus-project aanslaat in de Brusselse middelbare scholen is een understatement. “Hier zitten we intussen toch al aan een dertigtal leerlingen die er zich jaarlijks voor inschrijven, weet Michel Luyckx, de Brutus-schoolcoördinator in het Lutgardiscollege. “Reken maar ruim tien procent van onze schoolbevolking. Het project loopt hier nu intussen al een vijftal jaren, telkens voor eerlingen uit het derde tot zesde middelbaar, en we zien dat het almaar beter aanslaat. Als leerkracht proberen we de leerlingen die hier baat bij hebben natuurlijk ook een zetje in de rug te geven, en ook de ouders worden hier actief bij betrokken. We merken gewoon zelf ook dat de meeste leerlingen hier echt wel beter van worden. Vaak slagen de tutors erin om de leerlingen bepaalde leerstof bij te brengen op een andere, wellicht ook wat minder traditionele en frissere manier. Daardoor krijgen die leerlingen dan vaak ook zin om zich opnieuw wat meer te verdiepen in een bepaald vak."
 

Wie komt in aanmerking voor Brutus?

De VUB zoekt hiervoor in de eerste plaats sociaal geëngageerde studenten. Studenten uit alle studierichtingen zijn welkom, op voorwaarde dat zij geslaagd zijn voor hun eerste jaar bachelor. De vakken die het vaakst aangevraagd worden zijn wiskunde, wetenschappen, Frans, Engels en Nederlands. Ook Duits, economie, boekhouden en cultuur- en gedragswetenschappen staan soms op het verlanglijstje, maar in mindere mate. Studenten-tutoren kunnen tweemaal per jaar instappen in het project en een tutoringtraject afleggen. Dat loopt dan van oktober tot december en/of van februari tot mei. Eén keer per week en steeds op dezelfde dag en op hetzelfde tijdstip vindt een tutorsessie plaats. Die duurt twee uur. Daarnaast is er nog de tijd die in de voorbereiding van de tutorsessie kruipt en de reistijd van en naar de school van de scholieren. Alle partnerscholen bevinden zich in Brussel en zijn gemakkelijk te bereiken met het openbaar vervoer.