Tekst: Dominique Soenens
Foto's: Saskia Vanderstichele


Lees ook: Eicellen invriezen laatste stap naar meer gendergelijkheid?

 
Hoe vrouw(on)vriendelijk is ons land? En hoe staat het met de gelijkheid tussen man en vrouw? Makkelijke vragen, waar helaas geen makkelijke antwoorden op bestaan. Eerst even dit feit: het duurde in BelgiĂ« tot 1948 vooraleer algemeen vrouwenstemrecht in de wet werd vastgelegd. Internationaal liepen we daar allesbehalve mee voorop: in de Verenigde Staten, Turkije en vele andere landen bestond het al veel langer. Waarom het bij ons zolang duurde? De katholieke cultuur in ons land, die vond dat vrouwen thuis moesten blijven en voor de kinderen zorgen, was Ă©Ă©n van de grootste boosdoeners. Maar er waren ook politieke partijen die bezorgd waren: de socialisten vreesden bijvoorbeeld dat vrouwen conservatief zouden stemmen - voor de katholieken net een reden om er mee in te stemmen. 
Vandaag mag BelgiĂ« zich internationaal een van de meest vooruitstrevende landen noemen op het vlak van formele gelijkheid tussen mannen en vrouwen. We hebben een unieke seksismewet en er is ook een wet op gendergelijkheid waarmee we internationaal het voortouw nemen. In de Gender Equality Index zit BelgiĂ« op Europees vlak altijd in de toptien. “BelgiĂ« heeft op wettelijk vlak heel wat gerealiseerd, dat staat buiten kijf”, zegt historica Eva Schandevyl, die zich toelegt op gelijke rechten voor mannen en vrouwen bij wetgeving.
 
“We moeten dat niet onderschatten. We hebben de abortuswet, de wet op quota voor politieke lijsten en voor vrouwen in de raden van bestuur van beursgenoteerde bedrijven, de wet tegen huishoudelijk geweld: al die initiatieven hebben voor veel vooruitgang gezorgd voor de positie van de vrouw in de samenleving. We mogen daar trots op zijn. Maar dat wil niet zeggen dat er geen werk meer aan de winkel is.”

De strijd om meer vrouwen in topposities te krijgen, wordt helaas niet door iedereen gedragen. Velen zien dat als de strijd van een geprivilegieerde vrouw.


Alison Woodward vindt dat België zich sowieso niet teveel op de borst moet kloppen voor de verwezenlijkingen die er al zijn. We trappelen vandaag teveel ter plaatse, vindt ze. “Vijf jaar geleden kon je nog zeggen dat België in de top zat op vlak van vrouwenrechten. Maar dat is nu niet meer zo. We gaan elk jaar achteruit in de ranglijst, omdat andere landen het beter en beter beginnen te doen. De sense of urgency is veel minder groot. Het politieke draagvlak voor vrouwenrechten is kleiner geworden en er zijn andere sociale thema’s die vandaag hoger op de agenda staan.”
 
Sophie Withaeckx haakt daarop in: “Het gevaar is dat we nu gaan denken dat we er zijn. Als vrouwen vandaag, met alle wetten die er al zijn, nog altijd geen toppositie bekleden, willen ze het gewoon zelf niet: dat is de gedachte die je wel vaker ziet opduiken. Onzin, natuurlijk. Ik denk dat we mensen moeten duidelijk maken dat er structureel nog heel wat moet veranderen.”De moraalfilosofe koppelt daar nog een andere bedenking aan: veel jonge studenten weten vandaag niet zo goed meer wat er in de recente geschiedenis gebeurd is om de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te verbeteren.
 
 â€śEr is in de twintigste eeuw een enorme strijd geweest om te komen waar we nu staan. Het is echt niet te onderschatten hoe moeilijk dat geweest is, hoe hard die strijd geweest is. Ik geef in mijn lessen een overzicht van het feministisch denken, waarin ik dat duidelijk maak en toont waar we vandaan komen. Je merkt dat veel jongeren daar niet van op de hoogte zijn. Of niet weten hoe relatief recent het allemaal nog maar is. Zeventig jaar geleden kwam er algemeen stemrecht voor vrouwen: voor veel jongeren mag dat vandaag heel vanzelfsprekend lijken, dat is echt helemaal nog niet zo lang geleden. Net daarom is het belangrijk om te blijven benadrukken dat er structureel nog heel wat moet veranderen. Het is een ideaal waar we blijvend moeten naar streven.”
 
Met dank aan Eva Vergaert (RHEA) voor haar medewerking bij het tot standkomen van dit artikel.


Ik denk dat opvoeding en sensibilisering heel belangrijk zijn om attitudes te veranderen. Je moet mensen bewustmaken van de verschillen die er zijn.


Sophie Withaeckx, doctor in de moraalwetenschappen en coördinator bij RHEA, het expertisecentrum Gender, Diversiteit en Intersectionaliteit van de VUB, sluit zich daarbij aan. “De verwezenlijkingen zijn er, dat is duidelijk, maar er gaapt nog een brede kloof tussen wet en werkelijkheid. Kijk naar de vertegenwoordiging van vrouwen in topfuncties in de bedrijfswereld en de politiek. Of naar de ongelijkheid in verloning tussen mannen en vrouwen. Het verschil tussen theorie en praktijk is heel groot.
 
Een ander voorbeeld is de academische wereld. Veel meisjes of vrouwen doctoreren, maar het aantal vrouwelijke professoren ligt bedroevend laag, ook al worden er inspanningen voor gedaan. Rector Caroline Pauwels wil bijvoorbeeld 30 procent vrouwelijke professoren, dat is een goed initiatief. Maar los daarvan moet er nog heel wat veranderen aan de manier van denken in onze samenleving.”
 
Alison Woodward, hoogleraar aan de vakgroep Politieke Wetenschappen en Senior Associate Fellow aan het Institute for European Studies in het onderzoekdomein Migratie en Diversiteit, stemt daarmee in. “Het is een feit dat vrouwelijke hoogleraren in de minderheid zijn. Ook elders zijn vrouwen in topposities heel slecht vertegenwoordigd: in het bedrijfsleven, maar ook in de politiek. Kijk naar de huidige federale regering: je hebt een jonge premier, maar dat had evengoed een vrouw kunnen zijn.
 
Er is geen gebrek aan kandidaten vandaag, zeker niet als je het vergelijkt met 50 jaar geleden. Je hebt veel vrouwen met hele goede kwalificaties die toch niet doorstoten. Daar knelt het schoentje.” Eva Schandevyl: “Dat is een probleem in veel maatschappelijke domeinen, zoals bijvoorbeeld ook de hogere magistratuur, dat nog een echt mannenbastion is. Terwijl je toch zou mogen verwachten dat je ook daar een weerspiegeling hebt van de maatschappij.”
 
(Lees verder onder de foto)

Hoe dat komt? Opnieuw een makkelijke vraag waar geen makkelijk antwoord op bestaat. Woodward: “Het is het gevolg van een ingewikkeld proces. De strijd om meer vrouwen in topposities te krijgen, wordt niet door iedereen gedragen. Er is geen maatschappelijk draagvlak om daarvoor te vechten. Velen zien dat als een strijd van een geprivilegieerde vrouw. 
 
Bij de ongelijkheid in verloning tussen mannen en vrouwen, speelt weer een andere verklaring. In veel jobs worden de voorwaarden geregeld door een collectieve arbeidsovereenkomst, maar wanneer er moet onderhandeld worden, komen vrouwen er slechter uit. Ze onderhandelen minder goed en minder agressief dan mannen. Soms ben je als vrouw al zo blij waar je ziet dat je niet meer durft vragen. Ik merk dat ook bij mezelf. Ik heb niet de neiging om tegen mezelf te zeggen: ik moet meer vragen. Vrouwen én mannen zijn gebaat bij meer loontransparantie, zodat ze weten wat haalbaar is.”
 
Het attitudeprobleem zit overal in de samenleving ingebakken, vindt Alison Woodward. “Kijk naar de #metoo beweging: ze maken veel lawaai, en terecht, maar het gaat om een attitude. Het gaat om heel subtiele discriminatie. Die kan je niet met een wet tegenhouden, omdat het veel moeilijker aan te pakken is dan dat. Je kan het ook niet afdwingen met politieke strijd, omdat het iets is dat vanuit de maatschappij moet komen. Ik heb 15 jaar in Zweden gewoon, ik vergelijk daar graag mee. Het aspect gender speelt daar veel minder. Er is appreciatie voor elkaar op gelijke voet. Het is tweerichtingsverkeer. In België niet. Als je als vrouw je aantrekkelijkheid laat zien, is er nog altijd een beetje een dubbele standaard. In Zweden heb je dat niet. Probleem is natuurlijk dat dat heel moeilijk te veranderen is.”


Ik denk dat onderzoek dat cijfers naar voor schuift over de situatie van vrouwen belangrijk is. Ik denk dat dat heel confronterend kan zijn en dingen in beweging kan zetten.


Hoe moeilijk attitudes en cultuur te veranderen zijn, blijkt bij seksueel geweld. Eva Schandevyl: “Elke dag zijn er bijna honderd vrouwen in ons land slachtoffer van seksueel geweld. Slechts 4% van de daders lopen daarvoor een veroordeling op. Dat is hallucinant weinig. Het zorgt ervoor dat veel vrouwen niet eens de moeite meer willen doen om aangifte te doen. Met als gevolg dat er op die manier niets gebeurt. Je moet beginnen met politieagenten te sensibiliseren en hen duidelijk te maken dat dit echt een probleem is.” Slachtoffers van seksueel geweld moet aangepaste hulp geboden worden. Dit gaat van politionele, medische, psychologische tot juridische opvang. De opstart van gespecialiseerde zorgcentra zijn alvast een stap in de goede richting.
 
Alison Woodward: “Het systeem beschermt vrouwen niet genoeg. Als vrouw moet je je aanrander onder ogen komen en weet je dat de kans groot is dat hij ook nog eens vrijuit gaat. Waarom vinden vrouwen het zo onaangenaam dat ze aangesproken worden op straat? Omdat ze weten dat één van die mannen die hen aanspreekt mogelijk al een vrouw verkracht heeft.” Het gevolg is niet te onderschatten: het zorgt ervoor dat vrouwen zich in de publieke ruimte niet vrij en veilig kunnen bewegen. Ze mijden plekken of worden zelfs openlijk gevraagd om plaatsen te mijden. Sophie Withaeckx: “Bij een verkrachting in het Citadelpark zei de Gentse burgemeester dat je als vrouw moet weten dat je daar ’s nachts niet moet rondlopen. Dat is niet alleen een vorm van seksisme, maar ook van victim blaming. Dat geeft aan hoe het in de praktijk soms werkt.”
 
(Lees verder onder de foto)

Alison Woodward: “In de stad ben je normaal gezien anoniem. Maar de vrouwen zijn niet anoniem, ze zijn vrouw. Ze worden aangesproken als vrouw. Mannen begrijpen niet waarom dat zo eng is, maar kijk naar de criminaliteit: de meeste moordenaars zijn mannen. Dan voel je je automatisch niet veilig.” Werk aan de winkel dus. Wat kan er volgens de drie vrouwen gebeuren om de situatie te verbeteren? Eva Schandevyl: “Ik denk dat opvoeding en sensibilisering heel belangrijk zijn om attitudes te veranderen. Je moet mensen bewust maken van de verschillen die er zijn. Ik denk ook dat onderzoek belangrijk is, onderzoek dat cijfers en gegevens naar voor schuift over hoe de situatie is. Ik denk dat dat heel confronterend kan zijn en dingen in beweging kan zetten.”
 
Alison Woodward: “Wat er nu moet veranderen, zijn volgens mij de mannelijke bastions aan de top én de algemene cultuur. Eén middel dat daarbij kan helpen, zijn quota. Het is een manier om tot een zeker normaliteit te komen en om mannen er ook bewuster van te maken dat er heel bekwame vrouwen zijn. Je mag niet vergeten dat niemand zomaar macht uit handen geeft, ook mannen niet. Dat loopt nooit van een leien dakje. Zonder quota gebeurt echt niet veel in de komende 200 jaar.” Sophie Withaeckx: “We moeten ook niet denken dat we alles top-down kunnen regelen. Sommige dingen moeten vanuit de samenleving komen.”


We moeten ook niet denken dat we alles top-down kunnen regelen. Sommige dingen moeten vanuit de samenleving komen.