De ene was een communistische student die meer inspraak wilde, de andere een jonge assistent die het âganzenvoedingsonderwijsâ wilde breken. Oud-student Justin Van Moer en emeritus professor Henri Eisendrath namen in mei â68 deel aan de woelige bezetting van de ULB. Tot de examens eraan kwamen â toen haalde pragmatisme het van idealisme.
Tekst: Sue Somers / Illustraties: Alexandre Popowycz
Justin Van Moer, oud-student klassieke talen, herinnert zich nog precies wanneer in mei 1968 het oproer uitbrak aan de ULB. âDat gebeurde na afloop van een toespraak van Melina Merkouri, een Griekse actrice die na de staatsgreep van de kolonels in Griekenland in 1967 in vrijwillige ballingschap was gegaan. Zij reisde rond in Europa om lezingen te geven. In een vol auditorium in Brussel kreeg ze het publiek onmiddellijk op haar hand. Het gejoel staat me nog helder bij.â
Onder de studenten heerste op dat moment een zekere opwinding, aldus Van Moer, die destijds in zijn tweede kandidatuur zat. âIn Parijs en Nanterre kwamen studenten op straat, in Tsjechoslowakije was de Praagse Lente begonnen. Op het einde van haar toespraak riep Merkouri op om het goede voorbeeld van de Parijse studenten te volgen. Daarop greep iemand de microfoon en riep: âEn wij? Wat gaan wij doen?!â Toen begon het.â
Maar dat âhetâ was niet zoals in Parijs, waar de studentenprotesten een pre-revolutionair karakter hadden. âAan de ULB voltrok zich een revolutie in ât kleinâ, zegt Van Moer. âRector Marcel HomĂšs, een brave mens die beweerde onze acties te begrijpen, werd afgezet. Vanaf toen was het anarchisme de dominante ideologie: het universitair bestuur had geen macht meer, het dagelijks beheer kwam in handen van studenten en professoren. Het enige erkende beslissingsorgaan was de vrije volksvergadering, waar iedereen naartoe kon komen en waar iedereen evenveel spreektijd kreeg.â
Henri Eisendrath:
De manier van lesgeven was vreselijk amateuristisch en verstoken van enig pedagogisch inzicht: iedereen deed zijn goesting.
Amateurisme
In het begin ging dat goed, aldus Van Moer. âEr was veel enthousiasme, ook bij de proffen. Zelfs de rector kwam aanvankelijk langs, maar hij werd beleefd bedankt voor zijn diensten. Dag en nacht bewaakten we de gebouwen die we hadden ingepalmd, onder meer het rectoraat en een auditorium. Iedereen die naar binnen wilde, moest zijn studentenkaart laten zien of kunnen bewijzen dat hij prof was. Buitenstaanders waren niet welkom. We wilden geen politie, infiltranten of journalisten op onze volksvergaderingen.â
Tijdens de eerste weken van de bezetting was de stemming in de eerste plaats gericht tegen de autoriteit van de universiteit. De studenten klaagden het beleid aan en eisten meer inspraak. âOpgehitst kon je de sfeer niet noemenâ, vindt Van Moer. âDe openbare orde was alleszins nooit in gevaar. We hielden politieke acties en deden aan stellingname: we eisten meer democratisering in het onderwijs en spraken ons uit tegen het kolonelsregime in Griekenland.â
Van een band met de arbeidersbeweging zoals in Frankrijk was geen sprake. Als lid van de Kommunistische Partij van BelgiĂ« had Van Moer het liever anders gezien. âIn Frankrijk waren er stakingen in de fabrieken, uit solidariteit met de studenten. Bij ons waren er ook pogingen om contact te maken met het proletariaat, maar de tactiek van de politie was om beide groepen uit elkaar te houden.â
Lees verder onder de foto.
Ook de communautaire kwestie, die de universiteit van Leuven in haar greep hield, speelde niet in Brussel. âIk kan me niet herinneren dat in de volksvergadering werd gepleit voor een gescheiden universiteit in Brusselâ, zegt emeritus professor Henri Eisendrath. Dat in het daaropvolgende academiejaar de VUB alsnog van start ging, was een staaltje van aloude Belgische wafelijzerpolitiek. Bovendien kon ons land zich geen nieuw gezichtsverlies veroorloven: in januari 1968 was de regering-Vanden Boeynants gevallen over het âLeuven Vlaamsâ, het verzet tegen de uitbreiding van de Franstalige Leuvense universiteit. De daaropvolgende coalitie, onder Gaston Eyskens, moest stevig in het zadel worden gehouden.
In mei 1968 was fysicus Henri Eisendrath net klaar met zijn doctoraatsthesis. Hij stond op het punt om naar het buitenland te vertrekken. Aanvankelijk was er sprake van een post-doctoraat aan een Amerikaanse universiteit, maar daar verzette Eisendrath zich mordicus tegen. âNaar de Verenigde Staten wilde ik niet. Ik was heel erg tegen de Vietnamoorlog.â In afwachting van een definitieve beslissing bleef Eisendrath nog even in Brussel, waar hij als assistent volop deelnam aan de studentenprotesten. âIk ben hevig gebonden door de kwaliteit van het onderwijs. De manier van lesgeven aan de ULB was vreselijk amateuristisch en verstoken van enig pedagogisch inzicht: iedereen deed zijn goesting. Wij wilden het âganzenvoedingsonderwijsâ breken en komaf maken met de ex-cathedra-aanpak.â
Eisendrath maakte in de faculteit Wetenschappen deel uit van de fysica-pool, waar een groep proffen het onderwijs onder elkaar verdeelde. âMaar dat veranderde elk jaar. Elke prof hanteerde zijn eigen aanpak, waardoor bissers niet in het voordeel waren. Ook in de praktijklaboâs was er geen uniformiteit â het onderwijs daar was gesteund op de goede wil van alle betrokken partijen.â Professoren werden destijds betaald per afgenomen examen, schetst Eisendrath. âZe hadden er dus voordeel bij om studenten te buizen. Dat creĂ«erde een sfeer van willekeur, waarin elke samenhang zoek was.â
Traangas
Eisendrath herinnert zich de sfeer tijdens de volksvergaderingen als geĂ«ngageerd en chaotisch. Studenten en proffen vormden Ă©Ă©n front tegen het universitaire bestuur en spraken zich uit over de internationale politiek. Maar in dat kader kon en mocht alles, waardoor ook alles ter sprake kwam. âHet vrije woord was onaantastbaar, dus werd er van het ene item op het andere gesprongen. Gaandeweg deemsterden de discussies over de universiteit weg en ging het alleen nog maar over internationale kwesties. Het waren toen vooral linkse studenten die het woord namen.â
Justin Van Moer:
Aan de ULB voltrok zich een revolutie in 't klein: de rector werd afgezet en het anarchisme werd de dominante ideologie.
Stilaan ontaardde de studentenopstand in een onwerkbare anarchie. âIn juli bereikten de discussies tussen de gematigden en de anarchisten in de volksvergadering een hoogtepuntâ, zegt Eisendrath. âHet moest stoppen. Diezelfde maand nog is de politie binnengevallen. De rijkswacht was met paarden de campus op gemarcheerd en spoot met traangas. EĂ©n student die een granaat wilde teruggooien, raakte gewond toen de granaat in zijn hand ontplofte.â
âZo plots als de opstand begonnen was, zo abrupt is ze ook geĂ«indigdâ, aldus Justin Van Moer. âHet enthousiasme voor de volksvergaderingen kalfde langzaam af. Van de duizenden protestanten van het eerste uur bleef alleen nog een harde kern over. Met de examens voor de deur wilden de meeste studenten geen risicoâs nemen.â
Nochtans waren de meeste proffen bereid daar een mouw aan te passen door de studenten bij te spijkeren, zegt Eisendrath. âIk voelde me soms schuldig tegenover de studenten. Iedereen wist dat de examens eraan kwamen en dat van een goede voorbereiding geen sprake was. De studenten kwamen naar ons toe voor meer uitleg, die we graag hebben gegeven. Sommigen hebben dat academiejaar geen examens afgelegd omdat ze meer met hun hoofd bij de revolte zaten, maar de meesten hebben braaf deelgenomen aan de examenperiode.â Er waren ook studenten die het beste van twee werelden combineerden: âs ochtends een examen afleggen om âs namiddags terug aan te sluiten bij de bezetting.
Justin Van Moer besloot het zekere voor het onzekere te nemen. Hij zat tenslotte in zijn laatste jaar en had uitzicht op een job in het onderwijs â een bisjaar kon hij missen als kiespijn. âIk zag welke richting het uit ging. Ons anarchisme kwam uit een boekje â het was te zwak, niet doorleefd. We waren ook met te weinig om het verschil te maken. Wat dat betreft hebben ze in Leuven meer succes gehad: de kwestie-âLeuven Vlaamsâ heeft de regering doen vallen.â
Justin Van Moer:
Zo plots als de opstand begonnen was, zo abrupt is ze ook geëindigd.
Voorhoede
Toch wil Van Moer niet spreken van een mislukte strijd. âOnze protesten hebben wel degelijk een verschil gemaakt: de studenten hebben meer zeggenschap gekregen aan de universiteit. Er wordt ook anders lesgegeven â minder ex cathedra, meer partiĂ«le examens, meer scripties. Bovendien heeft de generatie die in mei â68 studeerde voor een maatschappelijke bewustwording gezorgd. Zij vormden de voorhoede van veranderingen die tot vandaag voelbaar zijn.â
âWe hebben ons engagement beloond gezienâ, vindt ook Henri Eisendrath. âDe deelname aan het beleid is daar en toen begonnen.â Eisendrath werd werkleider, een graad tussen assistent en professor die inmiddels niet meer bestaat, en ging als syndicalist zetelen in de tijdelijke raad, een transitie-orgaan dat bedoeld was om de oprichting van de VUB in goede banen te leiden. Tegelijk zag hij Brussel als stad opleven. âIk kwam van Antwerpen en voor mei â68 was er in Brussel weinig te beleven op cultureel vlak. Na de studentenprotesten is dat veranderd en is Brussel de Europese stad kunnen worden die ze vandaag is.â
Voor hij in 1971 professor werd aan de VUB, trok Eisendrath naar Parijs, waar de naweeĂ«n van mei â68 veel meer voelbaar waren. âIk kwam eerst terecht aan de UniversitĂ© Paris 6, een van de universiteiten met de radicaalste activisten. Elke ochtend begon daar met discussies in het werkatelier tussen studenten en arbeiders â de band met de force ouvriĂšre en met het communistische syndicaat beĂŻnvloedde er nog altijd de geesten. Daarna ben ik naar de Ecole Normale SupĂ©rieure gegaan, waar mei â68 veeleer een zaak was van intellectuelen.â
Justin Van Moer haalde in 1968 zijn diploma klassieke talen en ging lesgeven. Omdat hij geen kwalificatie had als leraar, moest hij in het academiejaar 1968-1969 zijn aggregaat nog halen aan de pas opgerichte VUB. Van een omslag in het universitaire onderwijs kan hij echter niet meespreken. âVeel ben ik niet meer naar de les gegaan. Mijn job ging voor en ik kwam alleen nog maar naar de universiteit om examens af te leggen. Voor mij was het Ă©chte leven begonnen.â