De recente aardbevingen en het grote aantal slachtoffers in Turkije, Marokko en Afghanistan riepen dit jaar veel vragen en emoties op in de VUB-community. Hoe kan zoiets gebeuren en kan de bevolking daar niet beter op voorbereid worden?
“De intensiteit van aardbevingen, de locatie relatief tot de bevolkingscentra en de kwaliteit van de infrastructuur bepalen hoe dramatisch de gevolgen van een aardbeving zijn”, zegt Matthieu Kervyn, professor fysische geografie aan de VUB. “De getroffen regio’s in Turkije, Marokko en Afghanistan zijn duidelijke voorbeelden van gebieden met een kwetsbare bevolking en een niet overal aangepaste bebouwde infrastructuur.”
“Door het bestuderen van platentektoniek, weten we welke zones het meeste kans op aardbevingen hebben en op basis van statistische analyses kunnen we aangeven hoe regelmatig een aardbeving van een bepaalde magnitude plaatsvindt. Maar het is tot nu toe onmogelijk om in te schatten wanneer ze precies zullen plaatsvinden. Er zijn gebieden die er vaak mee te maken krijgen, zoals Afghanistan dat aan de rand van het Himalayabergketen ligt. De recente aardbevingen in Turkije waren ook te verwachten, het is een zone waar twee tektonische platen langs elkaar wrijven. Die van Marokko vond plaats in het Atlasgebergte, de plek waar de Europese plaat botst met de Afrikaanse, maar daar zijn minder tektonische activiteiten.”
Tektoniek, hoe zat dat ook alweer?
De aardkorst of litosfeer, is onderverdeeld in dertien grote platen en talrijke kleinere platen. Die ‘drijven’ op de asthenosfeer, het vervormbare deel van de aardmantel. Wanneer oceanische litosfeer naar een ander plaat beweegt, duikt die in de mantel. Wanneer twee continentale platen tegen elkaar komen, dan ontstaat er gebergtevorming. Een continent kan ook openbreken en nieuwe oceanische platen vormen, zoals in de Afrikaanse slenk. Tektonisme gaat altijd gepaard met vulkanisme en aardbevingen. De magnitude en intensiteit van een aardbeving, de zwaarte van de trillingen hangt ook af van de diepte van de aardbeving en de geologie van het gesteente. Een aardbeving met een magnitude van 6 is tien keer zo sterk als een aardbeving met een kracht van 5. Een van 7 is honderd keer zo krachtig, een beving van 8 is duizend keer zo sterk. De theoretische magnitude bedraagt 10.
Aardbevingen doden geen mensen
‘Earthquakes do not kill people, buildings do’, luidt een Engels gezegde. Het impliceert dat je de gevolgen min of meer onder controle kunt hebben. Prof. Kervyn: “Ik maak vaak de vergelijking tussen aardbevingen in Japan en Haïti. In Japan zijn er jaarlijks aardbevingen van magnitude 6 tot 7, sporadisch tot 9. Maar ze leiden over het algemeen tot weinig schade en slachtoffers. In Haïti had de laatste beving een magnitude van 7 en daar werd alles vernietigd met meer dan 200.000 slachtoffers tot gevolg. Dat had vooral te maken met de gebouweninfrastructuur en de organisatie van de hulpverlening.”
Juist in die risicovolle gebieden waar weinig tot geen geld is voor betere voorzieningen zijn de sociaaleconomische gevolgen het grootst. Elke generatie krijgt er met bevingen te maken en moeten daardoor regelmatig hun leven opnieuw opbouwen. “Hoewel we het tijdstip niet kunnen voorspellen, zijn er toch manieren om de bevolking te waarschuwen. In onder meer Mexico gebruikt men een korte termijn waarschuwingssignaal. Zodra een aardbeving plaatsvindt heb je enkele seconden de tijd om een veiliger plek te zoeken. De voortplantingssnelheid van een beving is 6 kilometer per seconde, 120 kilometer verder komt de golf dus 20 seconden later. Met speciaal ontwikkelde sms-systemen krijgen bewoners direct een waarschuwing.”
Aan de VUB
De VUB-onderzoeksgroep Fysische Geografie bestudeert vooral geo-gevaren. “Mijn werk richt zich op de Oost-Afrikaanse slenk, waar we vulkanen en landverschuivingen bestuderen. Die laatste zijn soms een gevolg van aardbevingen maar vaker van klimaatomstandigheden. We hebben duizenden landverschuivingen in kaart gebracht en bestuderen de geografische factoren van waar en wanneer ze plaatsvinden. Voor vulkanische uitbarstingen simuleren we onder meer lavastromen. Op basis van zo’n gevarenkaart bestuderen we samen met de lokale bevolking de impacten en de maatregelen om de risico te verminderen. We maken ook gebruik van citizen science: met smartphone applicaties kunnen lokale boeren zelf rapporteren wanneer er een verschuiving is.”
Op 12 oktober behaalde Blaise Mafuko Nyandwi een doctoraat met een proefschrift over het gedrag van mensen ten opzichte van vulkanisch risico in stad Goma, het grensgebied van Congo en Rwanda. “Het onderzoeksgebied ligt 15 kilometer ten zuiden van een zeer actieve vulkaan, de Nyiragongo. We zijn daar tien jaar geleden gestart met simulatiemodellen van uitbarstingen en lavastromen. Blaise heeft daar gekwantificeerd wat de perceptie van de lokale bevolking was ten opzichte van het vulkanische risico en in welke mate ze al beschermingsmaatregelen namen en ze de evacuatieroutes kenden. Tijdens de doctoraatsstudie was er een uitbarsting. De lavastroom vernietigde meer dan 1.000 huizen en zorgde voor een grootschalige evacuatie, een dramatische gebeurtenis maar wel een opportuniteit voor onderzoek. We bestudeerden hoe en op basis waarvan mensen beslissingen namen gedurende de evacuatie en waarom men al dan niet daaraan deelnam.”