VUB-onderzoek naar kunstleerkrachten in middelbare scholen geeft aan dat kunstvakken bij uitstek geschikt zijn om in te spelen op het brede palet aan maatschappelijke vraagstukken die leven bij leerlingen, ook bij deze met een diverse achtergrond. Bovendien bieden die kunstvakken de mogelijkheid om op diverse, niet-talige manieren in te gaan op complexe onderwerpen. Masterstudent Onderwijskunde Ester Vanherck deed voor haar thesis Gekleurd kunstonderwijs: een kwalitatief onderzoek naar de interculturele opvattingen en lespraktijken van kunstleerkrachten in het secundair onderwijs een bevraging bij leerkrachten, zowel uit het GO!, het vrije net, als het kunstonderwijs.
“Kunst gaat altijd érgens over”, zegt Vanherck. “Dat maakt het makkelijk voor leerlingen om door de kunst tot inzichten te komen. Kunstvakken zijn erg geschikt om niet-westerse inhouden te integreren. Ze kunnen leerlingen met een diverse achtergrond stimuleren om zelf dieper in te gaan op hun eigen cultuur of om na te denken over de culturele omgeving waarin ze zijn terechtgekomen.”
Om een accuraat beeld te krijgen van haar onderzoeksonderwerp bevroeg Vanherck leerkrachten uit alle onderwijsnetten. “En heel duidelijk niet enkel leerkrachten uit het kunstonderwijs”, zegt Vanherck. “De meeste van mijn respondenten geven de kunstvakken beeld, muziek en drama in het gewone onderwijs. Slechts een deel is actief in het specifieke kunstonderwijs. Leerkrachten die de kunstvakken onderwijzen hebben doorgaans relatief veel pedagogische vrijheid over hoe ze hun vakken doceren en welke competenties ze daarbij voor ogen houden. Ze kunnen daardoor ook goed inspelen op de culturele diversiteit bij hun leerlingen. In kunstvakken kunnen leerlingen op verschillende manieren tot leerresultaten komen en kan creatie gelden als verbindende, universele taal. Door enerzijds kunstuitingen uit verschillende culturen in hun maatschappelijke, geografische en historische context in de les in te bouwen, en anderzijds ruimte te bieden voor de culturele achtergronden en de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen, illustreren de meeste leerkrachten een pluralistische houding. Kunst blijkt een interessant aanknopingspunt met de (culturele) leefwereld van leerlingen. Het kan helpen bij het opdoen van kennis, om vooroordelen te verminderen en om een mondiale blik te stimuleren.”
“Mijn onderzoek gaat niet alleen over scholen in een grootstedelijke en zeer multiculturele context”, zegt Vanherck. “Ik bevroeg evengoed leerkrachten uit kleine centrumsteden als Hasselt en Kortrijk, waar sommige klassengroepen overwegend wit blijken. Desondanks geven kunstleerkrachten aan dat de aanwezigheid van diverse leerlingenpopulaties hen aan het denken zet over hun eigen lesgeven en curriculum.”
Kunstleerkrachten gaven tijdens het onderzoek aan dat ze tijdens hun opleiding eigenlijk maar beperkt werden voorbereid op de diversiteit in hun toekomstige klassen en dat de focus er blijft liggen op de eigen westerse kunstencanon, met Picasso, de Vlaamse Primitieven of Rubens. “Dat valt voor sommige leerlingen moeilijk te rijmen met de vorming van een eigen cultureel bewustzijn, dat samen met de culturele expressie expliciet in het leerplan staat”, zegt Vanherck.