Maar liefst 165 atleten – waarvan 11 VUB’ers - verdedigen de Belgische driekleur op de Olympische Spelen in Parijs. Voor elk van hen is het een enorme fysieke, maar ook mentale opgave. VUB-prof Paul Wylleman is een van de leidinggevenden van het Welfare Team, dat de Belgische Olympiërs helpt met de prestatiedruk om te gaan. "Het is mooi dat we als universiteit hierin ook een concrete en praktische bijdrage leveren. Niet alleen via de begeleiding van het Olympisch team, maar ook via onderzoek en de begeleiding die we al sinds 1987 aan studerende topsporters aanbieden."

Hoe pakken jullie de mentale voorbereiding van de Olympische Spelen aan?

"Met een minimalistische kijk zou je kunnen stellen dat de Olympische Spelen niet verschillen van andere competities. Van zodra je het competitieterrein - de judomat, het zwembad, de piste of het parcours - betreedt, herken je duidelijk wat je moet en kan doen en treden die jarenlange getrainde automatismen in werking. Met een wat bredere kijk strijd je binnen een Olympische context tegen de beste atleten ter wereld, wat niet steeds het geval is op bijvoorbeeld een Europees kampioenschap. Met een nog bredere kijk maak je samen met atleten en teams van andere sporten op een unieke wijze deel uit van eenzelfde Olympisch team. En dit enkel om de vier jaar, onder mondiale aandacht, met de uitzonderlijke waarde die aan een Olympische medaille wordt gehecht. Wat de Spelen in Parijs bovendien uniek maakt – zoals bij de London 2012 Olympische Spelen – is dat ze figuurlijk in onze achtertuin doorgaan. Deze factoren kunnen atleten, teams en coaches als belastend, maar soms ook als ondersteunend, percipiëren. " 

"Je strijdt tegen de beste atleten ter wereld, wat niet steeds het geval is op bijvoorbeeld een Europees kampioenschap."


"Het is tijdens de voorbereiding dan ook belangrijk om de mogelijke invloed van deze factoren te bespreken. Om te leren hoe je er als atleet of team mee kan omgaan en van de experts zowel vooraf, tijdens als na de Spelen de vereiste begeleiding te krijgen. Het is belangrijk dat die experts de ervaring hebben in de begeleiding van atleten, teams en coaches op wereld- en op Olympisch niveau. Zo werkt Team Belgium met een team van experts op het vlak van onder andere geneeskunde, voeding, fysiologie, biomechanica, technologie, kinesitherapie en psychologie.

Tijdens de Spelen staan mijn collega’s en ik via het Welfare Team in voor de mentale begeleiding van atleten en teams, en ook van onze coaches en stafleden. En misschien verrassend: we bespreken in de periode voor de Spelen met de atleten ook al hoe ze de periode erna kunnen plannen en oppakken. Dit geeft vaak een sterker gevoel van controle en mentale rust, en ondersteunt hen om hun beste prestatieniveau neer te zetten."

Hoe gaan we hiermee om in vergelijking met andere landen?  

"Met de steun van onder andere Sport Vlaanderen en ADEPS heeft Team Belgium een sterke basis kunnen leggen voor de voorbereiding en begeleiding van ons Olympisch team in Parijs. We gaan daarmee absoluut richting het niveau van andere topsportlanden. En het is mooi dat we als universiteit hierin ook een concrete en praktische bijdrage leveren. Niet alleen via de begeleiding van het Olympisch team, maar ook via onderzoek en de begeleiding die we al sinds 1987 aan studerende topsporters aanbieden. Het is voor mij persoonlijk ook altijd weer mooi om onze topsportstudenten in Team Belgium op de Spelen te zien presteren. Dan is het niet meer “dag professor” maar “hey Paul” (lacht).

Hoe ervaren sporters die enorme mentale druk en in welke mate beïnvloedt die druk prestaties op het moment suprême?  

"Die druk is er zeker. Vanuit hun eigen verwachtingen, maar ook uit hun entourage en uiteraard van de media en het publiek. Voor ze aan de Olympische Spelen deelnemen, hebben de meeste atleten toch al een langere sportieve carrière achter de rug waarin ze op bijvoorbeeld Europese en Wereldkampioenschappen leerden met druk om te gaan. Sommige atleten ervaren die druk niet per se als een belasting, maar als een signaal dat ze zich zowel mentaal als fysiek aan het voorbereiden zijn op die volgende prestatie.  

Er zijn uiteraard ook atleten die dat nog niet onder de knie hebben en die druk als een duidelijke vorm van stress ervaren. Vanuit de sportpsychologie kunnen we hen dan bepaalde technieken aanbieden om die stress te reduceren tot een haalbare vorm van prestatiedruk. Denk bijvoorbeeld aan de klassieke ademhalings- en spierontspanningstechnieken, aan gedragsherstructurering waardoor er een sterker gevoel van controle ontstaat, sociale ondersteuning die stressverlagend werkt, en cognitieve technieken om met een andere perceptie en emotie tegenover die druk te staan. "

"Stress heeft impact op fysieke prestaties, op slaapkwaliteit, op eetgedrag, op interactie met je omgeving of op studeren als topsportstudent."


"Uiteraard is het wenselijk dat sporters vanaf jongere leeftijd deze competenties aanleren. Zo zullen we met Sport Vlaanderen samenwerken om een ontwikkelingslijn 'mentale competenties' aan te bieden. Daarmee kunnen trainers hun atleten over meerdere jaren heen de vereiste kennis, vaardigheden en attitude bijbrengen zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen, hun welzijn versterken én maximaal kunnen presteren. De rol van de sportpsychologen bestaat er dan in de trainers bij te scholen en waar nodig bij te staan bij specifieke uitdagingen in de ontwikkeling van een atleet. 

Deze aanpak is gebaseerd op het holistisch ontwikkelingsmodel dat we aan de VUB hebben uitgewerkt en dat ook internationaal gebruikt wordt. De ervaring die ik hiermee had in Nederland toont aan dat atleten competenties ontwikkelen die ze niet alleen in de sport maar ook in andere contexten zoals school, thuis of met vrienden gebruiken. En omdat druk en stress meerdere oorzaken en gevolgen hebben, moeten we deze aanpak in een interdisciplinaire begeleiding inbedden. Denk maar aan hoe druk en stress impact hebben op de fysieke prestaties, op slaapkwaliteit, op het eetgedrag, op de interactie met personen in de nabije omgeving, of op studeren als topsportstudent." 
 

Heeft mentaal welzijn in de sport aan belang gewonnen?

"Ik bouwde mijn ervaring en aanpak op met het Nederlands Olympisch team tijdens de Olympische Spelen in Rio (2016) en Tokyo (2020). Daar stond ik als enige teampsycholoog in voor de 'on-site' psychologische begeleiding. In België waren alumnus Jef Brouwers als klinisch sportpsycholoog sinds de Olympische Spelen in London (2012) en alumna Ellen Schouppe tijdens de Olympische Spelen in Tokyo (2020) als sportpsycholoog ook al actief bij Team Belgium.  

Er was dus zeker al aandacht voor het mentaal welzijn van onze atleten. In vergelijking met de twee vorige Spelen kunnen we nu op een gestructureerde manier meerdere experts integreren en bij Team Belgium inzetten. Bovendien is er nu ook doelgerichte aandacht voor grensoverschrijdend gedrag en misbruik. Naast de expertise van onze psychologen is dit zeker een grote stap vooruit."

 Waar haal je zelf voldoening uit ? 

"De uitdaging blijft dat er toch nog op verschillende manieren invulling wordt gegeven aan het begrip welzijn. Ik ben dan ook blij dat ik vanuit mijn internationaal netwerk met collega’s kan samenwerken om die begeleiding te optimaliseren. Zo hebben we onder andere meetings georganiseerd over 'welfare' en 'safeguarding' met collega’s uit de VS, Brazilië, Zuid-Afrika, Japan, Nederland en Frankrijk. Terwijl er nog steeds verschillen in aanpak zijn, merk ik dat we toch dezelfde actiepunten identificeren. Binnen die internationale samenwerking bespreken we ook gezamenlijk onderzoek of publicaties over welzijn. "

Het Welfare Team België

Als Welfare Officer en teampsycholoog is Paul Wylleman samen met het Welfare Team het aanspreekpunt voor atleten, teams, coaches en andere leden van Team Belgium als ze tegen uitdagingen aanlopen in hun dagelijks functioneren of in situaties terechtkomen die niet goed aanvoelen of zelfs grensoverschrijdend zijn. Uit onderzoek en praktijkervaring weten we dat één op vijf atleten milde tot ernstige problemen kunnen ervaren.  

Het Welfare Team bestaat uit alumna Nicky Van Rossem als Safeguarding Officer, twee sportpsychologen en Paul Wylleman als klinisch sportpsycholoog en hoofd van het Welfare Team. Dit is de eerste lijn van ondersteuning, met de psychologen op het thuisfront die bepaalde atleten of teams begeleiden in tweede lijn. Klinisch psychologen professor dr. Imke Baetens, em. prof. dr. Chris Schotte en klinisch psycholoog Joyce Van Den Meersschaut van ons Brussels University Consultation Center (BRUCC) zijn stand-by in derde lijn.