Professor dr. Inge Gies is kliniekhoofd Kinderendocrinologie in het UZ Brussel en krijgt daarom ook veel te maken met kinderen die aan diabetes lijden. Daarbij legt ze bijzonder veel interesse aan de dag voor het gebruik van nieuwe technologieƫn bij de opvolging van jonge diabetespatiƫnten.
āKort na mijn PhD hebben we een aantal klinische onderzoeken opgezet rond het gebruik van de laatste technologieĆ«n. Daaruit volgden enkele kleinschalige pilootprojecten. Een ervan kadert binnen het Mobile Health actieplan van Maggie De Block uit 2016. Dat plan is een soort roadmap over hoe je mobile health kunt inzetten in de gezondheidszorg. We zijn op zoān call ingegaan met telemonitoring voor een 50-tal diabetespatiĆ«ntjes, waarvoor een specifiek platform werd ontwikkeld.ā
Insuline via gsm
āToen ik als student begon werden diabetespatiĆ«nten nog behandeld met twee spuitjes insuline per dag en vingerprikjes om het suikergehalte in het bloed te meten. PatiĆ«nten moesten ook heel regelmatig leven: vroeg opstaan, telkens op hetzelfde tijdstip dezelfde boterhammetjes eten, enzovoort. Op heel korte termijn evolueerden de mogelijkheden om hen op te volgen echter snel. Met nieuwe technologieĆ«n en aangepaste insulineschemaās kunnen ze weer leven als een kind zonder diabetes. Insuline wordt nu toegediend door ofwel meer spuitjes te zetten, wat meer vrijheid naar maaltijdkeuze geeft maar als nadeel heeft dat je bij elke maaltijd of snack, dus soms zelfs 10 tot 15 keer per dag, prikjes moet geven. Een andere manier is het gebruik van insulinepompjes. Die zien eruit zoals een kleine gsm, waarbij de insuline via een draadje ingebracht in de huid druppeltje per druppeltje het lichaam binnenkomt. Om de drie dagen vervangen de ouders of het kind zelf het draadje via een prikje. Daardoor krijgen ze nog maar Ć©Ć©n prikje per drie dagen.ā
Met nieuwe technologieĆ«n en aangepaste insulineschemaās kunnen ze weer leven als een kind zonder diabetes.
āDankzij een goede terugbetaling vanuit de overheid worden tegenwoordig ook de vingerprikken vervangen door sensoren die net onder de huid het glucosegehalte meten en deze waarden elke vijf minuten doorgeven naar een toestelletje of naar een app op een gsm. De volgende stap is dat deze sensoren het insulinepompje ook aansturen. Wij gebruiken deze technologie heel graag bij kleine kinderen omdat hun suikerwaarden over het algemeen meer schommelen, omdat we kinderen op deze manier vele prikjes kunnen besparen, en omdat via deze technologie de ouders ook de bloedsuiker van hun kind vanop afstand kunnen monitoren.ā
Data binnenhalen
āBij de toepassing van dergelijke nieuwe technieken zie je in het beginstadium vooral weerstand van de zorgverstrekkers zelf. Want het vraagt natuurlijk wel wat opleiding. Het UZ Brussel maakt juist daarom extra middelen vrij om daarop in te zetten. Via ons mobile healthproject hebben we daarenboven ook de glucosedata van onze patiĆ«nten binnengehaald op een zelf ontwikkeld platform en proberen daar patronen in te ontdekken. Zodat we de insulinetoediening sneller kunnen aanpassen en de dure investering rondom de terugbetaling van sensoren vanuit het RIZIV zo optimaal mogelijk gebruiken. Op dat platform stellen we de glucosewaarden van verschillende merken sensoren uniform voor. Met telemonitoring bellen we de patiĆ«nten elke twee weken op om feedback te geven op de data die we binnenkrijgen. Voorheen zagen we hen slechts om de drie maanden op consultatie.ā
Lees verder onder de foto.
"Met behulp van spraakherkenning kan het kind rechtstreeks communiceren met de robot, een puber heeft in het ziekenhuis geen pak koekjes bij de hand."
Sociale robot
āEen ander researchproject, een samenwerking tussen ons ziekenhuis, de VUB, IMEC en verschillende industriepartners, is het inzetten van sociale robots bij een nieuwe diagnose van kinderen met type 1-diabetes. Wanneer een kind of familie net de diagnose van diabetes gekregen heeft, dient er enorm veel educatie voorzien te worden, net op een moment dat emoties de overhand nemen en aanleren van nieuwe materie moeilijker verloopt. Inschakelen van een robot in deze fase helpt om de educatie te personaliseren, voor het kind ook interactiever te maken en ondersteuning te bieden rondom de verschillende facetten van diabetes.
Een robot legt op elk moment, zo vaak je wil en altijd met evenveel geduld uit hoe het moet. Anderzijds wordt zoān robot ook ingezet om nog meer data te capteren. We hadden al de suikerwaarden via de sensors maar nu kan de robot bv ook mee registreren wat de patiĆ«nt eet. We waren begonnen met een Pepper robot ā die je ook op de luchthavens ziet, heel aai- en herkenbaar - maar die heeft een aantal technische beperkingen: die is minder mobiel en breekbaarder. Nu maken we gebruik van een iets kleinere robot, die heeft een rond onderstel met als hoofd een tablet. Met behulp van spraakherkenning kan het kind rechtstreeks communiceren met de robot, die op zijn beurt alle sensoren uitleest en via machine learning op veranderende suikerwaarden wijst. We zitten nu in de fase dat we de bevindingen van de patiĆ«nt analyseren.ā
De back-end van de messaging app draait op een eigen server, ver weg van Google en consorten om de privacy te garanderen.
Geen zin meer in ziekte
āWe krijgen vaak te maken met patiĆ«nten die op een bepaald moment in hun levensfase ontregeld raken door ziekte, door andere behoeftes aan insuline, puberteit of omdat ze geen zin meer hebben in hun ziekte. In dergelijke gevallen gaan we die kinderen opnieuw hospitaliseren voor een paar dagen. Zorgeconomisch is dat een hoge kost want ze liggen hier enkel voor observatie en educatie. Als je dat aspect kan laten uitvoeren door de robot een week thuis te zetten en in nauw contact met de patiĆ«nt het probleem ambulant oplost, krijg je een meer waarheidsgetrouwe analyse van het probleem. Een puber heeft in het ziekenhuis geen pak koekjes bij de hand en reageert heel anders dan wanneer die thuis alleen in de zetel zit. Die robots kunnen voor alle chronische aandoeningen ingezet worden.ā
Kapers op de kust?
āAls laatste hebben we ook een messaging app ontwikkeld voor patiĆ«nten of hun ouders waarmee ze niet urgente vragen kunnen stellen die ze normaal gezien ābewarenā voor een volgende consultatie. De back-end van de messaging app draait op een eigen server, ver weg van Google en consorten om de privacy te garanderen. Want in al die data zijn natuurlijk tal van commerciĆ«le bedrijven geĆÆnteresseerd. Het is de kunst om samen te werken want zij hebben de manpower om te helpen in het ontwikkelen van nieuwe technieken. Ergens moeten we elkaar proberen te vinden, met een strenge wetgeving en beveiligde procedures.ā
--
Ontdek alle artikels van het UZ Brussel in ons feestmagazine:
- Marc noppen over hoe āzijnā UZ het verschilt maakt
- Augmented reality in het operatiekwartier
- De patiƫnt ook tijdens onderzoek centraal
- Vroegdiagnostiek in de strijd tegen Alzheimer
- Verpleegkundige Rin over het begin van UZ Brussel
--
Een volledig overzicht van ons feestmagazine vindt u hier.