Op donderdag 19 oktober sleepte Dr. Annelies Augustyns de publieksprijs in de wacht in de finale van de Vlaamse PhD cup 2023. Ze ontvangt die prijs voor haar VUB-doctoraatsonderzoek, waarbij ze nieuwe elementen in het Holocaustonderzoek ontdekte aan de hand van Duits-Joodse dagboeken.

Iedereen kent het boek ‘Het Achterhuis’, gebaseerd op de dagboekbrieven van Anne Frank tijdens de Duitse bezetting van Amsterdam. Zulke dagboeken geven een ongecensureerde kijk op het dagelijkse leven in een recente periode in de geschiedenis. Annelies Augustyns wilde tijdens haar doctoraatsonderzoek beter begrijpen hoe het leven in de toenmalige derde grootste Joodse gemeenschap van de stad Breslau (heden WrocƂaw, Polen) veranderde gedurende de opkomst, overheersing en ondergang van het Derde Rijk van Adolf Hitler.

Dat was problematisch, want er was quasi niets over bekend, aangezien de stad tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog nagenoeg volledig verwoest was Ă©n Pools werd. ​ “Dankzij een recente transcriptie van Duits-Joodse dagboeken alsook enkele autobiografieĂ«n kon ik toch een bredere kijk creĂ«ren op het dagelijkse leven tijdens die vreselijke periode.” zegt Augustyns. ​ “De dagboeken fungeerden als literair wapen in een maatschappij met almaar beperktere vrijheden.” 

Augustyns leerde hoe mensen kleine verzetsdaden pleegden om hun eigen leven weer in handen te nemen. “In 1933 mochten Joden geen Duitse winkels meer bezoeken, waarop handelaar Walter, een hoofdpersonage uit het onderzoek, zich voordeed als een handelaar uit Parijs met een visitekaartje van een Parijse winkel dat hij in zijn jas had gevonden. Hij lacht in zijn dagboek dan ook met de ‘Duitse domheid’ van de nazis als het hem toch lukt om zo binnen te geraken in de winkels. De publieke ruimte werd meer en meer ontoegankelijk voor Joden. Daarop vond Willy, een tweede hoofdpersonage, een oplossing door met zijn kinderen naar de Joodse begraafplaats te gaan en daar met kastanjes te spelen.” 

Uiteindelijk worden de dagboeken ook een soort van overlevingsmiddel. “Een plek om de dagelijkse onmenselijkheden te ontvluchten” zegt Augustyns. “Door hun gedachten neer te pennen, konden de opgejaagde mensen toch op een bepaalde manier ventileren. Heel menselijk, je ziet het vandaag ook op allerlei sociale media en openbare blogs die als modern videodagboek dienen.” 

Elke bladzijde in hun dagboek was voor de auteurs een bewijs dat ze nog leefden. Ze wisten dat de kans op overleven gering was, maar toch koesterden ze hoop tot het einde. Ze hoopten ook dat hun dagboek latere generaties kon vertellen over hun lijdensweg. Walter en Willy werden in 1941 gedeporteerd en doodgeschoten in Kamp IX in Kaunas, Litouwen, maar hun dagboeken leven voort. “Hun dagboeken, die vandaag alles aan het licht brengen en als een lichtpunt schijnen vanuit een donker verleden, blijven hun grootste verzetsdaad”, besluit Augustyns. 

Augustyns’ onderzoek naar het leven in Breslau diende alvast als inspiratie voor een nieuw werkterrein voor literaire wetenschappers en geschiedkundigen om de geheimen uit de Tweede Wereldoorlog verder te ontsluieren.