Hoewel België internationaal bekend staat als voorloper op vlak van LGBTQI+-rechten, botsen mannenkoppels die vader willen worden nog steeds op structurele ongelijkheden. Dat ondervond ook VUB-professor management en strategie Mychal Langenus, die met zijn partner een lange en dure tocht door juridische en medische hindernissen aflegde. In aanloop naar de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie (IDAHOT) en Pride brengt hij zijn verhaal.

Vier jaar geleden begonnen Mychal Langenus en zijn partner aan hun traject richting vaderschap. Adoptie leek aanvankelijk de meest voor de hand liggende weg. Het koppel volgde de verplichte infosessies, waarin ze te horen kregen dat de wachttijden voor homokoppels oplopen tot tien jaar, zonder enige garantie op succes. Ze richtten zich daarom op draagmoederschap, maar ook daar stootten ze op een juridisch vaag parcours. "Dat we een kind konden krijgen, is eerder toeval dan recht.” 

Vader in theorie, maar niet op papier 

Dankzij zijn schoonzus als eiceldonor en zijn eigen zus als draagmoeder begon een intensief en emotioneel traject van screenings, gesprekken en medische behandelingen. Twee jaar en tientallen afspraken later resulteerde één enkele geschikte eicel in hun zoontje Seth.  

Toch was de juridische strijd niet gestreden. Volgens de Belgische wet is de vrouw die bevalt automatisch de wettelijke moeder. In het geval waarbij een draagmoeder wettelijk gehuwd is, wordt haar partner automatisch de vader, ongeacht de biologische realiteit. Mychal Langenus, de biologische vader, moest daardoor een adoptieprocedure opstarten om zijn eigen kind wettelijk te erkennen. “Dat is pijnlijk en mensonterend”, zegt hij. “Je moet je verhaal telkens opnieuw uitleggen aan instanties, terwijl het traject al zeer duidelijk maakt wie de ouders in het verhaal zijn.”  

Geen eerlijke terugbetaling  

Bovendien hebben mannenkoppels, in tegenstelling tot andere gezinsvormen, geen recht op terugbetaling van fertiliteitsbehandelingen. Waar heterokoppels, lesbische koppels en transgendervrouwen elk recht hebben op zes pogingen, betalen mannenkoppels alles zelf. “Dat kost bij meerdere pogingen al gauw meer dan tienduizend euro”, legt Mychal Langenus uit. “Zelfs wie het geluk heeft een eiceldonor én draagmoeder te vinden, botst vaak nog op een financiële muur. Wie het proces financieel niet kan dragen, wordt impliciet uitgesloten van ouderschap.” 

Hoop als motor voor verandering 

Ten slotte benadrukt de VUB-professor dat hij zijn verhaal niet deelt vanuit bitterheid, maar vanuit hoop op verandering.  “We hebben altijd gefocust op het geluk van elke stap, maar het mag niet zijn dat geluk afhangt van toeval, netwerk en financiële middelen. Pride blijft daarom nog altijd broodnodig zolang de wegen die er vandaag bestaan om ouder te worden niet gelijk lopen voor iedereen. Ik besef hoeveel geluk we hebben gehad, ook met de goede begeleiding vanuit UZ Gent. Ik hoop dat dit geluk mogelijk wordt voor vele wensouders die nu vaak uitgesloten worden op basis van bestaande procedures en het gebrek aan een wettelijk kader.” Zijn verhaal toont aan dat ook in België de gelijkheid voor mannenkoppels in ouderschapstrajecten nog lang niet verworven is. De nood aan een wettelijk kader voor draagmoederschap wordt daarbij steeds urgenter.  

Langenus 2.jpg

VUB-professor Mychal Langenus (links) met zijn partner en hun zoontje Seth

Contact 

Mychal Langenus
mychal.langenus@vub.be
+32 (0)498 139 910  

Lees hier het volledige VUB-interview: https://www.vub.be/nl/nieuws/vub-prof-doorbreekt-taboe-rond-vaderschap-bij-mannenkoppels