
Dr. Antonio Calcara geeft op 12 mei zijn ERC-inauguratielezing ‘How can Europe navigate the US-China Tech Rivalry to Safeguard its Strategic Autonomy?’ op de VUB-campus in Etterbeek. Antonio leidt het project Competition in the Digital Era (CODE): Geopolitics and Technology in the 21st Century. Het project onderzoekt de technologische machtsstrijd tussen China, de VS en Europa. “Als Europa de AI-revolutie mist dan kan dat onze productiviteit aantasten. Dat verschil is al groot tussen de VS en Europa op vlak van digitale dienstverlening. Een andere consequentie kan zijn dat als we AI beginnen te gebruiken, veel mensen op korte termijn hun job zullen verliezen.”
Waar gaat je lezing over?
“Voornamelijk over de relatie tussen technologie en politiek. Technologie is een speelveld of zelfs slagveld geworden voor concurrerende politieke en geopolitieke actoren. Ik zal een soort historisch overzicht geven, want technologie staat niet voor het eerst centraal in conflicten. De UK beschermde hun steenkoolindustrie omdat ze op hun hoede waren voor concurrenten, hetzelfde tijdens de tweede industriële revolutie met elektriciteit. En nu zien we eigenlijk hetzelfde gebeuren met AI, waar het de VS en China zijn die hun technologie willen afschermen. Wat de kansen voor Europa zijn in deze technologische competitie komt uitgebreid aan bod tijdens de lezing. Lopen we achter? Moeten we vertrouwen hebben in de VS en hun kennis? Is er hoop? Vragen die minder academisch en meer politiek gericht zijn.”
Komt de democratie onder druk te staan door technologische ontwikkelingen?
“Die kunnen met kwade bedoelingen worden ingezet, zoals bijvoorbeeld met AI en gezichtsherkenning voor antidemocratische doeleinden. Dat heeft op zich niets met de technologische ontwikkeling an sich te maken. Wel met politici en machthebbers die alles willen inzetten om de controle te verhogen. In liberale democratieën zal AI eerder worden ingezet om de burgers van dienst te zijn.”
“De vraag naar AI en cloud computing in Europa is dramatisch laag”
Hoe ver loopt Europa achter?
“We lopen ontegensprekelijk achter op de VS en China, op enkele niche technologieën na. Zo is er hier veel kennis op vlak van semigeleiders (chips). We lopen achter door marktsegmentatie en het feit dat we de computerrevolutie in de jaren ’80 compleet gemist hebben. Europa specialiseerde zich in minder technologisch intensieve sectoren. De vraag naar AI en cloud computing in Europa is dramatisch laag. Weinig Europese bedrijven werken met deze geavanceerde tools of gebruiken AI voor big data-analyses. Het gebrek aan vraag verklaart dus mede waarom Europa zo weinig technologische oplossingen kan aanbieden en er zo weinig in geïnvesteerd wordt. Als we erin slagen om die vraag te verhogen, dan zullen de private investeringen wel volgen. Met enkel publieke investeringen zal het nooit lukken om de achterstand weg te werken.”
Was er die vraag in de VS en China dan wel?
“Daar is al langer een grote vraag naar big tech en consumptie en productie zijn er heel erg verweven. Degene die meer AI consumeert, zal het ook meer produceren door de simpele reden dat wanneer je het begint te gebruiken, je de algoritmes traint zodat de input ook weer verbetert. Zo kom je vanzelf in een interessante feedbackloop tussen vraag en aanbod, die in Europa ontbreekt.”

Wat zijn de economische consequenties van onze achterstand?
“Er zullen verschillende gevolgen zijn. Als Europa de AI-revolutie mist dan kan dat onze productiviteit aantasten. Dat verschil is al groot tussen de VS en Europa op vlak van digitale dienstverlening. Een andere consequentie kan zijn dat als we AI beginnen te gebruiken, veel mensen op korte termijn hun job zullen verliezen. Voor Europese politici wordt dat de komende decennia een hele uitdaging om daar een antwoord op te vinden.”
Kunnen we iets leren van de innovatiepolitiek van China en de VS?
“De dynamiek van de drie markten zijn totaal verschillend. De EU is geen staat en daarom is het moeilijker om dezelfde soort middelen te mobiliseren. Wat we wel kunnen leren, is dat we de rol van de overheden moeten verhogen. In China maar ook in de VS is die altijd zeer top-down geweest. We denken vaak dat de VS het paradijs is voor ondernemers en investeerders, maar als je naar hun geschiedenis kijkt dan zie je dat die altijd aangestuurd werden door de staat, zoals het ministerie van defensie. Je hebt dus dit soort publieke investeringen nodig. Onze Europese eenheidsmarkt is echter gebouwd op het proberen vermijden van industriële voorkeursbehandelingen en subsidiëringen door de verschillende staten.”
“Trump maakt het academische leven in zijn land niet bepaald attractief,
wat voor de EU een kans is om goede onderzoekers aan te trekken”
Zijn er geen shortcuts voor Europa om de achterstand versneld weg te werken?
“Investeren in onderwijs en onderzoek is belangrijk. Het ontbreekt op dit moment aan gespecialiseerde werkkrachten voor deze sectoren. Als je een graad hebt in AI-machine learning dan is de kans groot dat je benaderd wordt door de privésector. Je verdient er meer en de werkcondities zijn er beter dan bij de onderwijsinstellingen. Bovendien krijgen onze onderzoekers op vlak van big tech veel meer mogelijkheden in de VS. Er loopt in Europa en ook hier in België heel veel talent rond en het onderwijs is erg goed. Maar we zijn niet in staat om hen na hun PhD te behouden. Toch ben ik op dat vlak wel optimistisch voor Europa, juist omdat we niet van nul beginnen. Onze universiteiten behoren tot de besten van de wereld. Bovendien loopt er in de VS een zekere Trump rond die het academische leven in zijn land niet bepaald attractief maakt. Die kans mogen we niet laten liggen want van hun onderzoekers kunnen we veel leren en zij kunnen onze toekomst mee gaan bepalen.”
Jij deed onderzoek naar de productie van drones in Europa?
“Landen als Turkije, Iran en Israël beheersen die markt, Europa is daar bijna afwezig en zet op dit moment vooral in op de productie van zware wapens zoals tanks en munitie. Door het gebruik van AI worden drones steeds geavanceerder, het zal dus ook de productiekosten ervan verhogen. Simultaan wordt ook de verdediging ertegen geavanceerder. Europa is daar minder in geïnteresseerd omdat we op korte termijn onze gigantische artillerietekorten moeten aanvullen. Zelfs wanneer we met zijn allen 5% van het bbp gaan investeren, halen we die achterstand op technologisch vlak de eerstkomende 10 jaar niet in. Europa heeft nog zoveel andere problemen op te lossen.”
Andere problemen oplossen heeft natuurlijk ook met het democratisch gehalte van haar lidstaten te maken.
“Het feit dat we in Europa meer en meer over defensie debatteren is een goede zaak. Dat was vroeger anders. Toen ik mijn PhD deed, vroegen mensen zich af waarom ik me zo op defensie focuste omdat het toch niet meer belangrijk was. Maar veiligheid is een basisvoorwaarde voor democratie, hoe we het geld daarvoor spenderen moet dan ook een democratische keuze blijven. Tegelijk geldt ook dat hoe meer we aan defensie spenderen, hoe minder we het aan andere zaken kunnen uitgeven. Hoe we veilig kunnen blijven zonder al te veel compromissen met onze welvaarsstaat en onze Europese manier van leven te hoeven sluiten, is een debat dat we op politiek en op publiek niveau moeten voeren. Hoe we die balans vinden, weet ik zelf ook niet. Gelukkig ben ik geen politicus want dat is een zware verantwoordelijkheid.”
“Hoe we vrede kunnen bereiken zonder over te geven aan de Russen is me onduidelijk”
Wat is er ondertussen met het pacifisme gebeurd?
“Daar zijn het slechte tijden voor, zeker nu Trump en consorten een heel andere kant kiezen. Europa heeft daar een rol te spelen, ook al zijn we niet zo’n grote speler als de VS of China. Hoe we vrede kunnen bereiken zonder over te geven aan de Russen is me onduidelijk. Zolang we dergelijke landen niet kunnen afschrikken, zal dat moeilijk blijven. Afschrikken is dan ook het belangrijkste doel van onze herbewapening. Maar dat is een risicovol spel, want hoe meer je herbewapent, hoe meer de anderen dat ook zullen doen en zitten we midden in het veiligheidsdilemma: hoe veiliger je je wilt voelen, hoe onveiliger het wordt. Het komt er dus op aan in welke mate we ons kunnen differentiëren van militaire superstaten als Rusland, de VS en China. Op dat vlak koester ik wel hoop.”
Hoe omschrijf jij jezelf, als een socioloog of een politicoloog?
“Als een politicoloog maar met een fascinatie voor technologie. Ik spreek in het kader van mijn project dan ook dagelijks met ingenieurs. Technologie is niet enkel het artefact dat zichtbaar is, maar het brengt ook sociologische dynamieken met zich mee. Dat interesseert me. Hoe techniek wordt ingezet is vaak het gevolg van geopolitieke verdragen. Mijn iPhone heeft binnen 5 tot 10 jaar totaal andere componenten, juist door geopolitieke overwegingen. Momenteel wordt die in China geproduceerd, maar als gevolg van de politieke spanningen zal dat binnenkort in India of Vietnam gebeuren. En dat zal hem anders maken omdat de kennis die er nu in China is niet in die landen bestaat. Een technisch product is dus een mix van technische en geopolitieke beslissingen. Dat is mijn studieveld. Sowieso ben ik van mening dat academici meer buiten hun comfortzone moeten komen en multidisciplinair onderzoek verrichten. Er staan nu al steeds minder muren tussen de geopolitieke en de AI-departementen aan de VUB. We staan aan het begin en moeten nog meer gaan samenwerken. De toekomst is aan de departementen waar ingenieurs, politicologen, sociologen en antropologen samenkomen.”
‘How can Europe navigate the US-China Tech Rivalry to Safeguard its Strategic Autonomy?’
- Maandag 12 May,2025 van 17:00 tot 19:00
- U-Residence
- VUB Main Campus Etterbeek
- Pleinlaan 2, 1050 Elsene
- Toegang gratis, inschrijven tot 5 mei 2025
Bio Antonio Calcara
Antonio Calcara is hoofd van het Geopolitiek en Technologie Programma en onderzoekshoogleraar aan het CSDS, het Centre for Security, Diplomacy and Strategy, een VUB-onderzoekshub van de Brussels School of Governance. CODE wordt gefinancierd door de Europese Onderzoeksraad (ERC) en maakt onderdeel uit van het CSDS. Het project onderzoekt de technologische machtsstrijd tussen China, de VS en Europa in drie cruciale sectoren: semigeleiders, cloud computing en ruimtevaart. Het doel is begrijpen hoe landen wedijveren om controle over strategische technologieën én wat dat betekent voor geopolitiek en economie.