De nasleep van Covid en de komst van AI veroorzaakten een shift in het hoger onderwijs. Vicerector Onderwijs- en Studentenzaken Nadine Engels ziet bedreigingen, maar ook veel kansen. “Het hybride leren zal het default model worden.”
Zullen we voor we vooruitblikken nog even kijken naar het verleden. Waar lag de afgelopen jaren de focus van het vicerectoraat Onderwijs en Studentenzaken?
“Het realiseren van de onderwijsvisie ‘VUB als urban engaged university’ was een hele brok en blijft een work-in-progress. Het Onderwijscongres heeft een belangrijke rol gespeeld om een nieuwe dynamiek te brengen in de manier van lesgeven. Met kennisoverdracht in grote hoorcolleges komen we er niet toe om redeneervermogen en kritisch denken te oefenen. Het is niet altijd evident om activerende werkvormen te promoten gezien de grote groepen studenten in sommige studierichtingen, maar we hebben het toch geprobeerd.
Sinds Covid zijn studenten bovendien gaan rekenen op meer online voorzieningen. Maar lesopnames aanbieden naast live colleges is niet wat we verstaan onder blended learning. Dat behelst veel meer. Denk aan korte kennisclips aan de hand waarvan studenten on-campus interactieve werkcolleges kunnen voorbereiden, on-campus of online instructiemomenten afgewisseld met casusbesprekingen in kleinere groepen. De hele VUB-gemeenschap van de mogelijkheden en het belang daarvan doordringen is zeker een van de taken geweest. Daarnaast zitten we aan de VUB in een stedelijke omgeving waarin veel perspectieven op de werkelijkheid samenkomen. Dat brengt uitdagingen rond polarisering met zich mee. Tot slot denk ik aan het verhaal van artificiële intelligentie. AI valt niet meer weg te denken, maar de opdracht is om studenten en docenten te ondersteunen om daar op een positieve manier mee om te gaan en erover te waken dat AI de assistent blijft, in plaats van omgekeerd. Dat vraagt veel discipline.”
“Lesopnames aanbieden naast live colleges is niet wat we verstaan onder blended learning. Dat behelst veel meer”
Welke impact zal AI hebben op de toekomst van het onderwijs aan de VUB? Zal kennis opbouwen bijvoorbeeld minder belangrijk zal worden?
“Er wordt inderdaad gezegd dat de aandacht moet verschuiven van het leren van inhouden naar het ontwikkelen van hogere denkvaardigheden om complexe en kritische analyses te kunnen maken. Ik ben daarin voorzichtiger. Ten eerste lijkt de onderliggende hypothese - 'kennisreproductie voor AI en denkwerk voor de mens' - me een onderschatting van wat AI momenteel al kan. Ten tweede, om te denken heb je ook gereedschappen nodig. En die gereedschappen om te denken, dat zijn niet alleen methoden, dat zijn ook inhouden. Je kunt niet wiskundig redeneren zonder wiskundige kennis. Het is dus iets te gemakkelijk om te zeggen dat we onze aandacht volledig gaan verleggen. Je hebt de twee nodig.”
Studenten zullen vanzelf wel AI gebruiken, maar vinden ook docenten hun weg?
“Het is een uitdaging om iedereen hierin mee te krijgen. Men denkt nog te gemakkelijk: voor mijn vak is dat niet van toepassing, want bij mij gaat het over probleemoplossend denken. Maar AI evolueert en kan al veel meer dan sommigen denken. Zowel op vlak van onderwijs als op vlak van evaluatie van studenten moeten we dingen herzien. Denk aan de masterproef. Lange uitgeschreven teksten laten produceren is niet meer de beste manier om studenten te evalueren. In sommige opleidingen zijn al maatregelen getroffen. Studenten houden het bij kortere teksten met een technisch rapport over gebruikte bronnen en verantwoording van theoretisch kader, methoden en dataverwerking. De mondelinge verdediging wordt dan belangrijker. Daar kun je als docent aftoetsen of studenten weten wat ze (waarom) hebben gedaan.”
“Lange uitgeschreven teksten laten produceren is niet meer de beste manier om studenten te evalueren. De mondelinge verdediging wordt dan belangrijker”
Sinds Covid heeft ook online onderwijs een plaats gekregen aan de VUB. Hoe zie je dat evolueren in de toekomst?
“De generatie studenten van vandaag is groot geworden met virtual reality en mooie visuele formats. Ze zijn het ook gewend om online onmiddellijk feedback te krijgen op wat ze doen. Dat zullen we allemaal moeten integreren in online leeromgevingen om hen aan boord te houden. Het hybride leren zal het default model worden. We zullen daarbij een goede mix moeten vinden tussen face-to-face instructie, samen dingen inoefenen en live kennis uitwisselen én de studenten online aan het werk zetten. Dat heeft potentieel veel voordelen. Zo zullen we, ondanks de steeds groter wordende groepen, toch gepersonaliseerde begeleiding en feedback op maat kunnen aanbieden. Het komende jaar zal er bijvoorbeeld een tool worden uitgerold die ons in staat stelt om kort op de bal te spelen als studenten vastlopen of geen opdrachten meer indienen. We zullen ook de startcompetenties testen en daarop onmiddellijk gepersonaliseerde feedback kunnen geven.”
Daar hoort ook een ondersteuningsaanbod bij, zowel op vlak van competenties, maar ook op vlak van mentaal welzijn. Een deel van dat aanbod speelt zich online af. Zijn studenten nog niet genoeg online?
“Gezien de verhouding tussen de steeds groter wordende studentenpopulatie en het aantal begeleiders, hebben we dat getrapt moeten uitwerken. Eerst is er doe-het-zelf materiaal, dan groepssessies, en pas als het nodig is ook individuele begeleiding. Maar ik merk inderdaad dat de huidige generatie heeft ingeboet op sociale en emotionele vaardigheden. We zien ook dat de cijfers van mentaal welzijn bij jongeren nooit zo laag waren als nu. Ik denk dus dat we ook moeten inzetten op het sociale. Dat al die tools er zijn, mag geen aanleiding zijn om studenten alleen in hun hoekje te laten met hun AI-instrument. Sociale verbinding en face-to-face contact mogen we niet vergeten. En studenten erkennen zelf ook wel dat dit nodig is. Dat zie je aan fenomenen zoals de massablok, waarbij studenten elkaars sociale controle opzoeken om zich te kunnen concentreren. Daar kunnen we als universiteit in de toekomst nog meer op inspelen.”
Zijn er behalve omgaan met AI en nieuwe technologie nog aandachtspunten voor het onderwijs van de toekomst?
“Interdisciplinariteit wordt steeds belangrijker. Dat zie je al aan de vele, soms onverwachte samenwerkingen tussen onderzoeksgroepen. Denk bijvoorbeeld aan de samenwerking tussen de faculteiten Wetenschappen en Letteren & Wijsbegeerte rond archeologisch onderzoek. Om interdisciplinair onderzoek te stimuleren en studenten ook beter voor te bereiden op het professionele leven - want ook daar is interdisciplinariteit een troef -, zouden we in de toekomst in de curricula wat meer flexibiliteit moeten inbouwen. Het idee is dat studenten (clusters van) vakken van een andere specialiteit kunnen integreren in hun opleiding. Dat is niet helemaal nieuw, maar ik denk dat we daar nog meer op kunnen inzetten. Ook over de instellingen heen. Je moet als universiteit niet per se specialist zijn in alles. In de toekomst zul je misschien een basis krijgen aan je home university en dan een specialiteit kiezen uit verschillende Europese programma’s. Dat kan zowel binnen onze Europese alliantie Eutopia als daarbuiten en draagt ertoe bij dat studenten niet alleen een gedegen academische opleiding krijgen, maar ook dat ze zich vlot kunnen bewegen in verschillende (professionele) culturen.”
Aan het begin van het gesprek had je het over de urban engaged onderwijsvisie. Op welke manier kan dat engagement verder worden gestimuleerd?
“Onder meer via stages geven we studenten vandaag de mogelijkheid om samen met maatschappelijke actoren oplossingen te zoeken voor reële problemen of uitdagingen. In de lerarenopleiding bijvoorbeeld werken we, naast voor klassieke klasstages, samen met scholen om specifieke vraagstukken waar ze mee zitten op te lossen. Het idee is dat studenten zo onderzoekend gaan leren. Dat kan nog worden uitgebreid. Op alle vlakken proberen we overigens dat verantwoordelijkheidsgevoel te vergroten. Zo zullen we studenten aanklampend contacteren als ze onvoldoende studievoortgang maken, maar als ze ondersteuning willen, moeten ze wel zelf de stappen zetten. Wil je een kot op de campus? Fijn, maar je moet wel bepaalde studieresultaten neerzetten. Jezelf kunnen motiveren en discipline opbrengen om kennis en vaardigheden te verwerven is heel belangrijk, zeker in een wereld -en zo kom ik weer bij AI - waarin er zoveel tools voorhanden zijn om een opdracht met een klik op de knop uit te voeren.”
Tot slot, mocht dit een gesprek zijn geweest met de vicerector Onderwijs en Studentenzaken van een andere Vlaamse universiteit, had die dan een ander verhaal verteld?
“Een aantal zaken lopen gelijk, ik denk aan de noodzaak om studenten interdisciplinair te leren werken. Ik denk wel dat wij meer de nadruk leggen op de voorbereiding op de professionele wereld. In een geneeskundeopleiding is dat de standaard, maar wij zetten in alle opleidingen erg in op de voorbereiding op het professioneel leven en wereldburgerschap en we bereiden studenten voor om te functioneren in een diverse samenleving.
“De grootstad die Brussel is, betekent dat je van je universiteit een oefenterrein kunt maken voor wereldburgerschap”
De grootstad die Brussel is, brengt die uitdaging met zich mee, maar betekent ook dat je van je universiteit een oefenterrein kunt maken voor wereldburgerschap. Ook het onderzoekend leren in samenspraak met maatschappelijke actoren, is hier wel een uitgesproken kenmerk. Net als dat het accent ligt op vrije oordeelsvorming. De Brusselse context brengt natuurlijk extra ondersteuningsvragen met zich mee, zowel op vlak van financiële ondersteuning als qua huisvesting. Het betekent ook dat veel studenten moeten werken om hun studies te kunnen betalen. Dat zorgt voor studievertraging.
Omwille van de harde knip in het hoger onderwijs moeten studenten binnen twee studiejaren hun 60 studiepunten hebben behaald. Die maatregel is van kracht sinds het academiejaar 2023-2024. Ik ben dus benieuwd om binnenkort de impact te zien in de resultaten van de tweede zittijd. Die thuiscontext van veel studenten is ook een van de redenen dat we de onthaalweken vanaf dit academiejaar anders opzetten. We geven studenten de kans om op kleine schaal contacten te leggen met hun lesgevers en medestudenten. De bedoeling is dat ze zo sneller hun weg vinden in de academische wereld en dat ze zich ook sociaal verbonden voelen. Dat moet hun zelfvertrouwen vergroten. Als je de eerste in je omgeving bent die naar de universiteit gaat, is het immers moeilijker om je op je gemak te voelen in die wereld. Ik hoop dat dit een positief effect zal hebben op hun studiesucces.”