Onderwijskwaliteit van de opleiding

Onderwijskwaliteit staat centraal aan de VUB. Dat zeggen we niet zomaar: we nemen regelmatig onze opleidingen vakkundig onder de loep om ze af te stemmen op de veranderende noden van onze studenten in een snel veranderende samenleving.

Onze troeven

  • Sterke band met Brussel: de stad wordt als labo gebruikt waarin studenten leren nadenken over het vormgeven van de ruimte.

  • Werken en studeren: doordat de lessen voornamelijk via avond- en zaterdagonderwijs aangeboden worden, kan de studie gecombineerd worden met een professionele activiteit.

  • Contact met de lesgevers: studenten kunnen met hun vragen terecht bij de docenten. Ook is er een goede interactie tussen lesgevers en studentenvertegenwoordigers in de opleidingsraad.

  • Ingebed in departement geografie: de opleiding bevindt zich in een onderzoeksomgeving met sterke expertise op het vlak van stads- en sociale geografie. Daardoor kan ze onder andere gebruik maken van de specialistische kennis over geografische informatiesystemen.

 

Bij wie peilen we naar de kwaliteit van onze opleidingen? 

We bieden onze studenten geregeld de kans om hun ongezouten mening te geven over de opleidingen tijdens hun academische loopbaan. We gaan ook te rade bij onze proffen en assistenten en we peilen naar de verwachtingen van het toekomstige werkveld. Tot slot bevragen we ook onze oud-studenten die ondertussen al aan de slag zijn in de sector en vergelijken we ook met andere universiteiten in binnen- en buitenland, zodat we steeds de vinger aan de pols houden.

Kwaliteitscyclus

2022_Stedenbouw_en_ruimtelijke_planning_Kwaliteitscyclus_VUB

Ontwikkelkansen

  • De opleiding kan aan de hand van de ervaringen met de verplichte digitalisering in 2020 onderzoeken of meer gebruik gemaakt kan worden van blended learning in de toekomst. Dit zou het programma voor de werkstudenten kunnen verlichten, aangezien zij zich dan minder moeten verplaatsen.

  • Om de link tussen onderwijs en onderzoek nog te versterken zouden thema’s als duurzaamheid, transitiedenken en commons, waar momenteel veel onderzoek rond gebeurt door de docenten, meer behandeld kunnen worden in het programma.

  • De opleiding kan onderzoeken of een aantal schakelprogramma’s voor specifieke profielen opgesteld kunnen worden en zou keuzevakken explicieter kunnen aanraden op basis van de achtergrond van studenten.

 

Waar is de opleiding nu al mee bezig?

  • Omdat het onderwijs voornamelijk aangeboden wordt via avond- en zaterdagonderwijs voor de grote groep werkstudenten, is het programma opgedeeld in drie deeltrajecten. Normaal gezien wordt een deeltraject per jaar afgewerkt. Studenten kunnen via een aangepaste roostering het traject ook in twee jaar afronden; deze mogelijkheid tot een voltijds traject wil de opleiding beter communiceren. Daarnaast zal de opleiding onderzoeken of er ook een traject over vier jaar aangeboden kan worden.

  • De opleiding wil de samenwerking met Brussel nog versterken en meer inzetten op samenwerkingsverbanden met andere opleidingen binnen Brussel.

  • De opleiding plant een bevraging van mensen uit het werkveld om het programma af te toetsen aan de verwachtingen vanuit de sector.

 

Bovenstaande publieke informatie maakt deel uit van de kwaliteitscyclus en werd goedgekeurd door de opleidingsraad in 2020.