Pierre Claver Mbonimpa (1950) is een Burundese mensenrechtenactivist die bekendstaat om zijn inzet voor democratie, mensenrechten en sociale rechtvaardigheid in Burundi. Hij is meerdere keren gevangengezet in zijn land. Hij overleefde in 2015 een moordaanslag en woont nu in België.
Laureaat Difference Day Honorary Title for Freedom of Expression 2018
Pierre Claver Mbonimpa is een Burundese mensenrechtenactivist. In augustus 2001 richtte hij de Association Burundaise pour la Protection des Droits Humains et des Personnes Détenues (APRODH) op. Hij begon zijn carrière als leraar, daarna werkte hij als ambtenaar bij het ministerie van Economie en Financiën en vervolgens als politieagent bij de lucht- en douanepolitie. In die functie werd hij ten onrechte beschuldigd en gearresteerd voor het bezit van een illegaal wapen. Hij werd van 1994 tot 1996 opgesloten in de Prison Centrale van Mpimba. Tijdens die twee jaar gevangenisstraf onderging Mbonimpa vaak slagen en martelingen. Deze vreselijke ervaring zette hem ertoe aan om de APRODH vorm te geven. Mbonimpa kreeg veel doodsbedreigingen en op 3 augustus 2015 werd de mensenrechtenactivist in Bujumbura neergeschoten. Enkele dagen later kwam hij in België terecht voor verdere medische behandeling.
Ondanks deze uitdagingen is Mbonimpa zich blijven uitspreken tegen mensenrechtenschendingen in Burundi, waaronder het hardhandige optreden van de regering tegen de politieke oppositie en het maatschappelijk middenveld. Hij blijft een vooraanstaand pleitbezorger voor democratie en mensenrechten in Burundi, ondanks de aanhoudende bedreiging van zijn veiligheid. Mbonimpa ontving talloze internationale prijzen en erkenningen voor zijn werk, waaronder de Mensenrechtenprijs van de Afrikaanse Unie in 2016. In 2018 ontving hij een eredoctoraat van de VUB en ULB. Bij die gelegenheid zei hij dat het verdedigen van mensenrechten een nobel beroep is, maar met veel risico's. “Ik ben aan een moordaanslag ontsnapt en er worden nog steeds mensen vermoord, maar ik mag me niet laten ontmoedigen. Ik moet blijven aanklagen en de internationale gemeenschap vertellen wat er in het land gebeurt, zodat die ons kan op weg kan helpen naar een oplossing.”
Er is geen enkel individu dat Burundi's strijd voor mensenrechten zo goed belichaamt als Pierre Claver Mbonimpa, 75 jaar geleden geboren in het kleine Oost-Afrikaanse land. Toen Burundi in 1993 na de moord op president Cyprien Ntaryamira in een burgeroorlog terechtkwam die naar schatting 300.000 mensenlevens kostte, was Claver een van de eerste slachtoffers. Hij was toen een vertrouweling – en als politieagent tevens voormalig chauffeur - van de vermoorde president, maar werd in de val gelokt en gearresteerd. Hij zou de daaropvolgende twee jaar in de gevangenis doorbrengen. Hij ontmoette er mensen in mensonterende omstandigheden die onterecht gevangen zaten of lange tijd zonder proces in voorarrest zaten. Hij werd in 1996 vrijgelaten en richtte onmiddellijk de Vereniging voor Gedetineerde Personen (ABDP) op, om het welzijn en welbevinden van gevangenen te monitoren en juridische bijstand te bieden. Door het succes werd hij aangemoedigd om ook op te komen voor mensenrechten buiten de gevangenissen. Maar juridisch gezien beperkte zijn mandaat zich tot het opkomen voor de rechten van gevangenen. Daarom richtte hij in 2001 de Vereniging voor de Bescherming van de Rechten van de Mens en Gedetineerden (APRODH) op. Met steun van Amnesty International openden ze vestigingen in andere provincies van Burundi en begon het de lokale bevolking te sensibiliseren voor een burgerlijk bewust burgerschap. Politieagenten werden getraind in de rechtmatige omgang met gevangenen, en waar gevangenen zich geen juridische bijstand konden veroorloven, kwam de organisatie tussenbeide om hun kosten te betalen. Maar de hartelijke banden tussen APRODH, Mbonimpa en de regering van de toenmalige president Pierre Nkurunziza waren van korte duur. Toen het einde van zijn twee constitutionele ambtstermijnen naderde, drong Nkurunziza aan op een derde termijn. Hij benaderde Mbonimpa om zijn steun te betuigen, maar die wees dit resoluut af. In 2014 bekritiseerde Mbonimpa in een radioprogramma de rekrutering en training door de regering van een jeugdige paramilitaire organisatie, de Imbonerakure, in de aanloop naar de verkiezingen van het jaar daarop.
Hij werd onmiddellijk gearresteerd en drie maanden later vrijgelaten dankzij internationale druk op de Burundese regering. Maar op 3 augustus 2015 werd Mbonimpa neergeschoten. De kogels verbrijzelden zijn kaak, zijn stembanden en zijn ruggenwervel. Hij werd per helikopter naar België gebracht voor gespecialiseerde behandeling. Daar bracht hij acht maanden door zonder te kunnen eten en bijna twee jaar zonder te kunnen spreken. Alsof dat nog niet genoeg was, werden zijn zoon en schoonzoon in die periode vermoord door mensen van wie algemeen werd aangenomen dat het staatsagenten waren. Mbonimpa zelf werd 24/7 door de Belgische veiligheidsdienst bij zijn ziekenhuisbed bewaakt. APRODH werd in 2016 verboden en Mbonimpa bracht de rest van zijn gezin over naar België, waar hij tot op heden verblijft.
Ondanks al die levensbedreigende ervaringen blijft Mbonimpa onverschrokken. Hij volgt de ontwikkelingen in Burundi en zet zich internationaal in voor hervormingen van de mensenrechten in zijn thuisland. Hij zegt dat hij het doet voor degenen die niet voor zichzelf kunnen spreken. "Ik heb mijn stem letterlijk kunnen terugkrijgen. Maar er zijn mensen die geen stem hebben. Iemand moet voor hen opkomen.”
Bronnen: VUB YouTube-kanaal, Defend Defenders