Zineb El Rhazoui (Casablanca 1982) is een Frans-Marokkaans journaliste, feministe en islamcriticus. Haar persoonlijke ervaringen in haar geboorteland met de geïnstitutionaliseerde discriminatie van de vrouw en perscensuur in naam van de islam maakten van haar een militante atheïste en feministe. Ze was zij journaliste voor het Franstalige Marokkaanse blad Le Journal hebdomadaire, waar zij onder meer berichtte over de mensenrechtensituatie in Marokko. Het blad werd in 2010 door de Marokkaanse autoriteiten opgedoekt. Vanaf 2011 werkte ze voor het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo. Op het moment van de aanslag in 2015 was zij niet in Parijs. Kort daarop werd ook zij doelwit van doodsbedreigingen. In 2016 verscheen haar boek Détruire le fascisme islamique.
Laureaat Difference Day Honorary Title for Freedom of Expression 2016
De Frans-Marokkaans journaliste Zineb El Rhazoui stelt sinds haar vroege adolescentie de ondergeschikte rol van vrouwen in de islam ter discussie. Ze begon haar carrière als journalist in Marokko, waar ze verschillende prodemocratische, seculiere organisaties oprichtte. Ze werd meerdere malen gearresteerd en uiteindelijk het land uitgezet. Ze vertrok naar Parijs, waar ze woordvoerster werd van de feministische organisatie Ni Putes Ni Soumises. In 2011, na de Arabische Lente, werd ze gerekruteerd door het tijdschrift Charlie Hebdo. Ze werkte mee aan projecten, waaronder de artikelen over de profeet Mohammed, waarvoor ze doodsbedreigingen van IS ontving. Zineb ontkwam aan de aanval op de redactie van Charlie Hebdo op 7 januari 2015. Ze was in het buitenland toen twee islamistische terroristen twaalf van haar collega’s vermoordden omwille van satirische cartoons over de islam. Enkele dagen na de aanslag werd ze ook met de dood bedreigd door IS. Sindsdien staat haar leven in het teken van maatregelen om haar veiligheid te verzekeren.
Die maatregelen hebben haar volgens eigen zeggen veel veranderd. Ze leerde door die beveiliging dat je het alleen maar in jezelf kan vinden. Ze vertrouwt op het universum, op wie ze is en wil niet de hele dag omringd worden door bewapende agenten. Die angst weigert ze te dragen. Daardoor voelt ze zich vrijer dan degenen die haar bedreigen, omdat die van binnen gevangen zitten. Toch moet Zineb nu voor elke stap die ze wil nemen op voorhand nadenken. Ze weet nu ook wat belangrijk is in het leven en dat betekent onder meer dat als ze alles opnieuw zou moeten doen, ze hetzelfde zou doen. Als ze moet kiezen tussen een fake gevoel van vrijheid - wat de prijs is die je betaalt als je ervoor kiest te zwijgen over zaken die gezegd moeten worden - dan kiest ze voor het juiste, ook al wordt ze bedreigd. Het doel van het leven is niet succesvol zijn met een fancy job, huis en auto voor de deur, maar om vrij te zijn. Ook al betaal je daar een prijs voor. Vrijheid van expressie gaat over vrijheid en waardigheid. Zwijgen over wat er misgaat, betekent het einde van de menselijkheid. Daarom spreekt ze zich ook duidelijk uit over wat er gebeurt in Palestina.
Zineb El Rhazoui moest de prestigieuze Simone Veil-prijs, die ze in 2019 kreeg voor haar strijd tegen het islamistisch extremisme, in 2024 teruggeven vanwege haar kritiek op de Israëlische bombardementen op Gaza. Simone Veil verpersoonlijkte de erfenis van de Shoah. Ze zei terecht: nooit meer een Holocaust. Maar ook: nooit meer voor de hele mensheid. Niet voor de Joden, niet voor anderen, niet voor de Palestijnen. Daarom was Zineb zeer vereerd. Maar als de prijs vandaag betekent dat ze moet zwijgen over de oorlogsmisdaden van de Israëlische regering in Gaza, over het ondraaglijke leven dat de Palestijnen al 75 jaar moeten ondergaan, dan geeft ze hem graag terug.
Zo verklaarde ze dat voor de Palestijnen alle genocidehokjes zijn aangevinkt. Scholen en ziekenhuizen werden gebombardeerd, water en humanitaire hulp afgesloten. Bijna 2 miljoen mensen werden verdreven. Alleen al die gedwongen verdrijving is een oorlogsmisdaad. De politieke intenties en structurele beslissingen om het aantal Palestijnen te verminderen en te verdrijven is een historische continuïteit, een schoolvoorbeeld van daden van genocide. Voor haar zijn Hamas én het Israëlische leger terreurorganisaties. Het verschil is dat de laatste al 75 jaar een genocide pleegt en de andere een terreurorganisatie is die groeide uit het Palestijnse verzet daartegen. Het internationaal recht zegt dat elk volk onder bezetting het recht heeft zichzelf te verdedigen met de middelen die het tot zijn beschikking heeft, inclusief militaire. Wat ze wél met klem veroordeelde is dat Hamas burgers heeft aangevallen. Zelf maakt ze geen onderscheid tussen Israëlische of Palestijnse burgers. De grootste schending van de vrijheid van meningsuiting, is dat Israël journalisten de toegang tot de Gazastrook ontzegt en dat er al meer dan honderd journalisten zijn vermoord. Het grootste bloedbad onder journalisten aller tijden.
Bronnen: Amnesty International, De Morgen, NPO Buitenhof.